Dit is wellicht de enige tekst waar ik ooit een trigger warning voor ga geven, maar hier is ze: lees alleen verder als je je veilig voelt en weet dat je gedachten van jou zijn en niet gemakkelijk beïnvloedbaar vandaag.
Lees niet verder als je weet dat lezen over zelfdoding voor jou gemakkelijk uitmondt in gedachtespiralen of kopieergedrag en je je op dit moment niet veilig voelt of geen controle hebt over je gedachten en gedrag.
Deze tekst heeft als doel om mensen te informeren over het proces waardoor mensen een suïcidepoging ondernemen. Heb je hulp nodig, dan kan je hier terecht: de zelfmoordlijn.
Achtentwintig Belgen gaan vandaag proberen om er niet meer te zijn. Drie daarvan zullen het einde van de dag ook effectief niet halen. Zelfdoding is daarmee, na hart- en vaatziekten, kanker en luchtwegenaandoeningen de belangrijkste doodsoorzaak voor Belgen. Belangrijker dan verkeersongevallen of terrorisme, twee dingen waar media en politiek nochtans heel veel aandacht op vestigen en waar veel geld in gepompt wordt. Zelfdodingpreventie staat niet zo heel hoog op de politieke agenda, en media hebben het doorgaans heel moeilijk om het onderwerp aan te snijden.
Daar is een goede reden voor: praten over zelfdoding kan voor mensen met suïcidale ideatie –gedachten over zelfdoding – een trigger zijn. Vooral omdat het mensen meestal om een vraag te doen is die onbeantwoordbaar is: waarom? Na elke zelfdoding van een publiek persoon is er een stijging van het aantal zelfdodingen merkbaar. Dit was zo na de zelfdoding van Marilyn Monroe, toen media nog niet zo alomtegenwoordig waren. En ook fictie kan als een trigger werken: van de 19e eeuwse roman Das Leiten des Junge Werthers tot de recente Netflixserie 13 Reasons Why. [x]
Triggers zijn kleine dingen die je ziekte doen opflakkeren. Het bekendste voorbeeld, dankzij allerhande series en films, is een luide knal die bij veteranen met PTSS een flashback en zelfs psychose kan veroorzaken waarbij de soldaat in kwestie opnieuw op het slagveld is in de situatie waarin haar trauma werd veroorzaakt. [Ik schreef meer over paniekstoornissen hier.] Voor iemand met anorexia nervosa kan het de opmerking zijn dat je er goed uitziet vandaag (zie ik er anders slecht uit dan?) of dat iemand anders er echt heel goed uit ziet (en ik?). Voor iemand met depressie kan het zijn dat iets wat je normaal veel plezier doet je helemaal niet blij meer maakt. [Ik schreef meer over depressie hier.]
Sommige ziektebeelden zijn dus super onvoorspelbaar en alles kan een trigger zijn. Maar bij zelfdoding lijkt de trigger gemakkelijk te vermijden: waarschuw dat je niet mag verder lezen, kijken of luisteren als je zelf plannen hebt of dat er een fragment rond zelfdoding in je werk volgt, en de consument van je werk kan zichzelf beschermen als hij of zij dat nodig vindt.
Maar dat is een beetje te gemakkelijk. Hier is een deel van de lijst van mijn triggers, gebaseerd op ervaringen die de gedachte als ik er nu maar eens niet meer was naar de voorgrond halen in mijn hoofd: de zelfdoding van Robin Williams en dus alles wat met Robin Williams te maken heeft en dus – jawel – discussies over of Will Smith een waardige Genie is in de live action remake van Aladdin; liedjes van Yasmine; leerlingen die vertellen in de privacy van een babbeltje dat ze al een poging ondernomen hebben om er niet meer te moeten zijn; leerlingen die in het midden van de les opmerkingen geven à la zelfdoding is superegoïstisch en ik heb een hekel aan mensen die zeggen dat ze zichzelf van kant gaan maken en het dan niet doen; ruzies; mogelijke ruzies waarbij ik niet helemaal in staat ben om direct een oplossing te vinden; mensen die duidelijk boos zijn op mij maar niet zeggen waarom; mensen die vreemd doen tegen mij en ik weet niet waarom; rugpijn; te lang nadenken over hoe slecht het gaat met de wereld; te lang nadenken over hoe het leven zal zijn na mijn veertigste verjaardag; te lang nadenken over moeilijke beslissingen. En dat is op goede dagen, wanneer ik me goed in mijn vel voel, genoeg slaap, gezond eet en controle heb over mijn maffe hoofd.
Op slechte dagen kan een glas breken tijdens de afwas genoeg zijn om te denken zie, als ik er nu niet meer was hé, dan had ik dat glas niet kapot gemaakt. Wat een totaal loze, onbehulpzame gedachte is. Maar ze is er.
En die gedachte, dat is suïcidale ideatie. Voor er de zelfdoding is, zijn er immers een aantal stapjes die je doorloopt. Het eerste stapje is denken over er niet meer zijn. En dat hebben we allemaal al eens gedaan: Wie zou er zijn op mijn begrafenis? of Wat komt op mijn bucket list? Op zich is denken aan er niet meer zijn heel natuurlijk. Het is stap twee die dat denken problematisch maakt: verlangen naar er niet meer zijn. De gedachte wordt een mogelijke oplossing.
Wanneer we praten over suïcidale ideatie dan is voor mensen die het zelf niet kennen vaak dat denken en wensen zelf het probleem. Dat moeten we aanpakken. Voor wie er over denkt en naar verlangt, is het echter de oplossing voor een ander probleem. En dat andere probleem is doorgaans helemaal niet zo groot. Het is ook belangrijk om hier een onderscheid te maken tussen aanleiding en oorzaak.
Neem bijvoorbeeld mijn gebroken glas tijdens de afwas. Dat is duidelijk geen groot probleem. Dat is eigenlijk zelfs geen probleem: ik heb – serieus – glazen genoeg. De aanleiding is dus iets heel kleins – ik breek iets – en dat veroorzaakt de kettingreactie van oh mijn God jij kluns naar zie je wel je bent waardeloos je kan niets naar als ik er nu eens niet was, dan had ik dit glas niet kunnen breken. De oorzaak van de gedachte is iets heel anders: ik was moe op dat moment en had een rotweek, en als ik moe ben dan ben ik veel meer last van paniekaanvallen en heb ik mijn negatieve gedachten veel minder onder controle. De oorzaak is dus de cocktail van overgevoeligheid, chronische depressie en sociale angststoornis die mijn hoofd zo’n wonderlijke plaats maken om te vertoeven. En dat is een veel groter probleem: dat is de berg.
De berg is één manier om het te hebben over het gevoel van onoverkomelijke problemen te hebben of je de toekomst niet meer te kunnen voorstellen. Dat is stap drie: je plaatst je ten opzichte van je obstakels alsof je ze nooit meer zal kunnen overwinnen. Dit is je leven nu: dit verdriet voor je overleden geliefde, deze pijn na een ongeval, deze financiële situatie waarvoor je geen oplossing ziet, deze fout die je gemaakt hebt die je niet zal kunnen rechtzetten, deze ziekte die je nooit zal kunnen overwinnen… Alsof want je kan alles overleven behalve doodgaan.
Dat laatste klinkt simplistisch, maar het is een belangrijke manier om suïcidale ideatie te omzeilen: maak het plan B. Er zijn altijd andere opties die je eerst kan proberen, voor je stopt. Alleen is een moe hoofd niet in staat om zelf veel andere opties te bedenken: het ziet geen wegen langs, over of door de berg, het ziet alleen de berg en de terminus. Als ik hier stop, moet ik die berg niet over.
Stap vier is dan hoe zorg ik ervoor dat ik er niet meer ben? Dat kan heel passief zijn: je leest iets over iemand die op een spoor gaan staan is en denkt dat zou ik ook kunnen doen. Of het kan actief zijn: met het internet aan je vingertoppen kan je methodes gaan researchen. Punt is dat je een beeld maakt van wat je zou kunnen doen: je stelt jezelf voor dat je dat hele flesjes pillen inslikt (maar dan wel met een lekker drankje, want dat wil je jezelf wel gunnen) of je begint te berekenen hoe snel een trein moet rijden om het gewenste effect te hebben. Een heel herkenbaar element hiervan is de begrafenisfantasie: wie zal er zijn op mijn begrafenis? Hoe gaan ze zich voelen? Dat is een fantasie die mensen sowieso al wel eens hebben, en het kan helpen om te begrijpen wat de aantrekkingskracht van zelfdodingfantasieën is: je kijkt niet écht uit naar je eigen begrafenis, maar je bent wel benieuwd, en het helpt je om andere problemen te overdenken – wie ziet mij graag? Welke rol speel ik in het leven van mensen?
Er zit troost in die fantasieën want ze geven je hoop op een toekomst zonder de berg. Maar ze zijn ook gevaarlijk, want nu hebben je hersenen een plan – en een plan waarvoor ze jou eigenlijk niet meer nodig hebben. Zelfs in uiterste paniek, onder invloed van drugs of zware pijnstillers of in een psychose hebben ze jouw actieve bewustzijn niet meer nodig om dat plan te kunnen uitvoeren.
Dit hele proces heet suïcidale ideatie. Dat is dus een heel ruim begrip en het gaat van verzuchtingen tot actief gaan nadenken of verdrinking jouw ding zou kunnen zijn.
Daarna volgt dan vaak communiceren: zelfs mos wil leven, en ook jij. Ook ik. Heel graag zelfs, want het is eindeloos fascinerend en interessant en ook gewoon tof. Hier is nog iets wat weinig gezegd wordt wanneer gesproken wordt over suïcidale ideatie: sommigen van ons zijn gewoon gelukkig. Daarnet zag ik zo’n grote roze zon toen ik mijn gordijn opende en dat was zo’n mooi moment dat ik er een paar minuten van staan genieten heb (en in de zon keek, wat dom is, maar bon, ik ben duidelijk nog niet blind dus ik kan het mijzelf vergeven). Gisteren had ik een vreselijke, vreselijke dag, een dag die ik echt gewoon moeten overleven heb met al mijn coping strategieën op voorhand uitgedokterd en half mijn netwerk opgetrommeld via sms om mijzelf er aan te herinneren dat er geen berg is, en ook gisteren was ik gelukkig: ik heb mensen die ik om hulp kan vragen, ik heb een fantastische psycholoog leren kennen die mij heel goed geholpen heeft, mijn smoothie op weg naar het werk was heerlijk, Bad Witch van Nine Inch Nails is een zalige EP, Trent Reznor zingt op Bad Witch, Kato moest lachen van spaghetti, mijn vriendinnen zijn fantastisch, het was prachtig wandelweer, Marjan kan heerlijk vertellen en heeft prachtige kuiltjes in haar wangen als ze lacht, Frieda’s kleinkind is een kapoen, mijn epische stationsroman is beter dan het romannetje dat ik net uit heb (en mijn schoonzus zal het daar helemaal mee eens zijn), tomaat is heerlijk lekker, ik kan trots zijn op hoe goed ik mijn dag overleefd hebt zonder zelfs een paniekaanval te hebben of mij fout te gedragen, mijn bed is zalig warm en knus. Een hele kleine greep uit het enorme aantal kleine waardevolle momenten die mij zelfs op een heel slechte dag plezier deden.
Dat is niet de beleving die we associëren met suïcidale ideatie. We denken aan diepe droefenis en uitzichtloosheid, en dat klopt ook. Dat is de berg. Maar er valt perfect te leven met zelfdodinggedachten. Net als suikerziekte of lumbago vergen ze gewoon een aangepaste levensstijl.
De reden waarom ik die momenten zie, is omdat ik mijzelf getraind heb om ze te zien. Omdat ik mijzelf eraan wil herinneren dat zelfs op een slechte dag er genoeg dingen zijn om voor te zijn. Dat zelfs de berg een eigen schoonheid heeft. Dat heb ik niet alleen gedaan, daar heb ik heel veel hulp bij gekregen. En die hulp heb ik gekregen omdat ik gecommuniceerd heb.
Mensen communiceren zelfdodinggedachten op verschillende manieren, bv. door extreem aandacht te vestigen op een bekend persoon die uit het leven gestapt is en daar veel over te praten, door lang op een brug te staan of naar een trein te staren in jouw gezelschap, door je een boek cadeau te doen over het onderwerp… De hoop is dan vraag mij hier naar. Soms loopt het directer: sommige mensen zeggen niemand zou mij missen als ik er niet meer was of ik denk niet dat ik dit ga kunnen volhouden. En nog andere mensen sturen je sms’jes met ik sta nu op het spoor in Duffel, kom mij halen. En sommige mensen zeggen niets, maar ze drinken veel meer of ze sluiten zich van iedereen af of ze stoppen plots met al hun hobby’s of ze beginnen zichzelf te verminken of…
Iedereen communiceert. Maar dat betekent niet dat iedereen gehoord kan worden. En dat betekent niet dat als jij die communicatie mist voor de persoon in kwestie aan de laatste stap komt, jij iets fouts hebt gedaan. Natuurlijk is het niet oké om ik sta nu op het spoor in Duffel, kom mij halen te negeren. Maar dat doet bijna niemand. Maar al die andere dingen? Wat is het verschil tussen een kreet van pijn en een noodkreet? In het geval van suïcidale ideatie is het heel vaak hetzelfde. Hoe weet je of iemand ernstig is en plannen heeft, of niet? Dat weet je niet. Dat weet zelfs de persoon in kwestie niet.
Omdat iedereen graag wil leven, is zelfs de laatste stap zelden een heel bewuste overwogen beslissing. Er is een heel breed spectrum tussen totale planning en totale impuls, maar zelfdodingen zijn veel vaker spontaan of ongepland dan je zou denken. Dat heeft te maken met die vierde stap waarin je soms heel gedetailleerd gaan fantaseren. Dan hebben je hersenen een plan, en daarvoor hebben ze jouw bewuste inbreng niet langer nodig.
Vergelijk het met – opnieuw – een heel alledaagse situatie: iedereen heeft het al wel eens voor gehad dat ze op school of op het werk aankomt en niet weet hoe ze er geraakt is. Je bent op automatische piloot gegaan, want je was in gedachten verzonken of aan het luisteren naar een podcast of druk in conversatie met iemand.
Sommige mensen plannen het moment waarop ze er niet meer zijn heel zorgvuldig, tot afscheidsbrieven en instructies voor de begrafenis toe. Voor hulpverleners zijn dat heel belangrijke signalen dat het allemaal heel ernstig en acuut is. Er zit voor planners ook een element van rust in die rituelen: stel dat alle andere opties niet werken, alle andere oplossingen voor de berg, dan is er dit plan en dit plan is helemaal af. Het kan zelfs therapeutisch werken om die dingen te doen, waardoor het verlangen verdwijnt. In symbolisch afscheid nemen en uitschrijven waarom de berg onbeklimbaar lijkt, zit een element van verwerking. Maar het valt niet aan te raden zonder goede therapeutische begeleiding, want het geeft je hersenen het signaal dat je er klaar voor bent.
Andere mensen bereiden zich helemaal niet voor, en denken gewoon: ah kijk, een trein, laat ik daar eens onder springen. Dat is ook niet helemaal spontaan: je hebt er vaak al heel vaak over nagedacht en gefantaseerd voor je het doet. Maar bij die mensen is het risico veel groter dat ze er zelfs niet bewust voor kiezen: het is gewoon de gedachte die opkomt, en als je hoofd moe is dan vermindert je controle over wat je doet. Je gaat op automatische piloot. En dat is een bevreemdende gedachte, niet? Dat sommige mensen op automatische piloot uit het leven stappen?
Dat is dan ook waarom zelfdoding geen euthanasie is, en omgekeerd, en waarom intellectuele denkoefeningen als Heeft iedereen het recht op zelfdoding? baarlijke nonsens is. Euthanasie is een rationele, overwogen keuze voor een berg waarbij effectief geen andere oplossingen zijn dan de terminus. Het stopt hier, en ofwel stopt het voor de pijn en vermoeidheid van de beklimming ofwel val je dood halverwege.
Maar hoewel voor mensen met suïcidale ideatie de berg echt is, en echt onoverkomelijk lijkt, is de terminus weldegelijk aan de andere kant. Er is geen berg. Er zijn problemen die overwonnen kunnen worden, met hulp en geduld. Soms lijkt de inspanning die geleverd moet worden te groot, maar dat lijkt zo. Soms lijkt het doel te ver, maar hoe weet je dat als je dat doel nog niet hebt bereikt? Soms kan je je niets voorstellen voor de toekomst behalve dit eindeloze lijden, maar misschien heb je gewoon niet genoeg fantasie op dit moment? Dat kan je vergeven worden gezien dat eindeloze lijden, dat berooft mensen al eens van hun fantasie.
Hoe doen we dan aan preventie, als het zo’n ongrijpbaar fenomeen is? De overheid kan een aantal dingen doen. Psychologen zouden volledig terugbetaald moeten worden wanneer een huisarts doorverwijst voor suïcidale ideatie. Het kan eigenlijk niet dat iemand die niet wekelijks met 55 euro op de proppen kan komen, een groter risico heeft om te sterven aan een behandelbare ziekte dan iemand die dat wel kan – zoals ik. Huisartsen zouden beter getraind moeten worden in het opsporen van signalen en het bespreekbaar maken van zelfdoding met hun patiënten. Hetzelfde geldt voor arbeidsgeneesheren, CLB-medewerkers en leerkrachten. Vaak reageren we als een leerling bij ons komt aankloppen met ‘ik wil er niet meer zijn’ veel te paniekerig, en proberen het symptoom te behandelen door er websites en doorverwijzingen tegenaan te gooien. Maar praten helpt veel meer, en gehoord worden is essentieel.
Overlevers aan het woord laten kan ook een verschil maken. Nu komt zelfdoding doorgaans in media aan bod wanneer iemand de strijd verloren is. Stel je voor dat de enige mensen die je kent die kanker hebben, overleden zijn aan kanker. Dan is de diagnose een doodsvonnis, en dan ga je niet naar de dokter wanneer je een knobbeltje of een vreemd vlekje vindt.
En ook de terminologie waarin we spreken kan beter: hopelijk is het nu duidelijk waarom ik eerder schreef dat woorden als verantwoordelijkheid, egoïstisch en keuze voor iemand die worstelt met suïcidale ideatie als een rode lap op een stier werkt. Zelfdoding lijkt voor iemand die heel ziek is vaak effectief de enige manier om verantwoordelijkheid te nemen voor haar omgeving, om het leven van anderen beter te maken, het lijkt vaak de enige keuze die nog gemaakt kan worden. Die termen gebruiken bevestigt dat concept verder.
Beter zou zijn om te spreken in termen van mentale gezondheid en ziekte, van zelfzorg en behandeling. Als filosoof heb ik het moeilijk met de medicalisering van mentale gezondheid, omdat het een onderscheid maakt tussen ‘normaal’ en ‘ongezond’ gedrag en dat kan heel politiek afhankelijk zijn. Maar zelfdoding is nooit gezond gedrag, en medicalisering helpt enorm: wanneer je de drang tot zelfdoding bekijkt als een ziekte, dan wordt behandeling en zelfs genezing plots een mogelijkheid, en dan verdwijnt vanzelf het idee dat zelfdoding de enige optie is om de berg te overwinnen.
De manier waarop we nu communiceren over zelfdoding maakt dat iemand die bij zichzelf ontwaart dat ze wel heel vaak denkt dat ze er liever niet meer is, meteen ook het taboe ervaart: als mensen dat weten van mij, gaan ze denken dat ik gek ben. Ik moet dat onderdrukken, want anders ga ik dood. En praten is essentieel, dus… dat wordt al snel een selffulfilling prophecy.
En dus moeten we ook de waaromvraag leren loslaten wanneer we communiceren over zelfdoding. Want waarom? beantwoorden we veel te vaak door te verwijzen naar aanleidingen, en niet naar oorzaken. Zelfs wanneer iemand uit het leven stapt omwille van seksueel geweld of langdurig pesten, zoals in 13 Reasons Why, is de oorzaak niet dat geweld of het pesten, maar het trauma en de psychische schade die iemand oploopt.
Ik geloof trouwens dat het ook voor nabestaanden zou kunnen helpen om over zelfdoding te leren denken als een ziekte. Ik heb nog nooit iemand op een begrafenis de vraag horen stellen Waarom waren we niet belangrijk genoeg voor jou om kanker te overwinnen? Dat lijkt een waanzinnig oneerlijke vraag: alsof je het iemand kwalijk kan nemen dat een slopende, mogelijks terminale ziekte wint. Maar wanneer het gaat over mentale gezondheid, dan stellen we die vraag wel. Meer zelfs: we stellen die standaard. Wat had ik kunnen doen? en Waarom was ik niet goed genoeg om voor te leven? En dat is oneerlijk voor degene die de strijd met haar eigen hoofd verloor, maar ook voor wie achterblijft. Er is geen waarom, er zijn alleen aanleidingen en oorzaken, en de oorzaken zijn behandelbaar.
Tot slot nog dit: we kunnen niet gemakkelijk of misschien zelfs niet ‘ontleren’. Wat we ooit geleerd hebben, blijft zitten. Maar we kunnen wel andere dingen leren, parallel naast het geleerde. We kunnen trauma’s niet ongedaan maken, maar we kunnen ze leren relativeren. We kunnen chronische pijn niet zomaar wegdenken, maar we kunnen strategieën aanleren om er mee om te gaan. Eens je hersenen het plan kennen, zal het er altijd zijn. In extreme situaties zal het altijd gelanceerd worden als één van de mogelijke opties. We kunnen geen pilletje nemen voor suïcidale ideatie, maar we kunnen wel aan zelfzorg doen, de oorzaken behandelen en wanneer zo’n gedachte toch binnensluipt, bijvoorbeeld wanneer we tijdens de afwas een glas breken, onszelf zacht en liefdevol corrigeren en zeggen Dat was heel behulpzame gedachte.
We kunnen dat niet alleen. We hebben hulp nodig van een betrouwbare huisarts die naar ons luistert en niet alleen voorschrijft, van een psycholoog of psychiater die met ons een lange weg wil gaan als dat nodig is, van vrienden en familie die ons mee willen helpen vechten en winnen, en van een samenleving die ons ruimte geeft om ziek te zijn en te genezen.
Er zijn voldoende levende bewijzen rond je dat suïcidale ideatie geen doodvonnis hoeft te zijn. Kijk naar mijn grote helden: Stephen Fry, Trent Reznor en – jawel – Robin Williams, die het uiteindelijk veel langer volhouden dan je zou verwachten van iemand die regelmatig denkt Goh, ik zou er precies liever niet meer zijn.
Maar stap één moet altijd zijn: communiceren en hulp zoeken.
Raad nodig? Probeer hier:
De website van Geestelijke gezondheid Vlaanderen geeft meer informatie over mentale gezondheid in het algemene, en de pagina rond zelfdoding geeft heel veel informatie maar ook een lijst met wat je zelf kan doen en lezen.
Op de site van De Zelfmoordlijn vind je niet alleen contactadressen voor mensen die hulp nodig hebben, maar ook heel veel achtergrondinformatie.
Het Centrum ter Preventie van Zelfdoding biedt informatie en hulplijnen, net als Fit In Je Hoofd.
Stemmen van overlevers:
Mijn held Stephen Fry schreef Only the Lonely over een poging tot zelfdoding in 2012, en het gevoel van eenzaamheid dat daar aan ten grondslag lag.
Torbin vertelt op Q over hoe pestgedrag van klasgenoten leidde tot suïcidale ideatie voor hem.
Fotomodel en actrice Cara Delevigne praat in een interview met Rupert Everett over haar geschiedenis van leerstoornissen, depressie, suïcidale ideatie en psoriasis; en hoe belangrijk het is je eigen leven in handen te nemen en goede mensen te zoeken die voor jou zorgen.
Graham Moore, scenarist van The Imitation Game over Alan Turing die na zijn veroordeling voor homoseksualiteit uit het leven stapte, nam zijn Oscarspeech als gelegenheid om te vertellen over zijn eigen mislukte zelfdoding en om hoop te schenken aan wie zich voelt zoals hij.
American football speler Ryan O’Callaghan was van plan om uit het leven te stappen na het einde zijn carrière. In dit interview vertelt hij over zijn angst om door het leven te moeten gaan als homoseksuele man en de impact van zijn omgeving op zijn zelfaanvaarding en mentale gezondheid. Echt een heel mooi, ontroerend en hoopvol verhaal.
Eenzelfde soort verhaal vertelt de Brit Jahed Choudry voor wie de worsteling met homoseksualiteit een extra dimensie kreeg als moslim, en die in 2017 in het huwelijksbootje stapte.
Auteur Mark Hill vat voor Cracked samen wat hij geleerd uit zijn suïcidale ideatie. Eén van de dingen die hij vermeldt en ik niet deed maar wat wel belangrijk is: neem je problemen ernstig.
Mark Henick legt in zijn TEDx-Talk heel mooi uit hoe eng je beleving van de wereld wordt wanneer je gedachten niet van jou zijn en over de hoop die nog leeft in die duisternis; maar ook over stigma en de noodzaak om zelfdoding aan te pakken als de gezondheidscrisis die ze is. (Vanuit zijn Canadese roots spreekt hij over de zorgwekkende statistieken van zelfdodingcijfers bij vrouwen in het eerste jaar na hun bevalling, First Nations en tieners.) En, heel mooi, over de rol die overlevers spelen in het aanpakken van die crisis.
Buzzfeed verzamelde imput van lezers om een artikel te schrijven getiteld 15 Things People Who Deal With Suicidal Thoughts Want You To Know.
Amy Biancolli verloor haar echtgenoot en zus aan zelfdoding, en vertelt over haar ervaring met het verdriet en het rouwproces dat volgt op de vaststelling dat iemand die jij graag ziet uit het leven stapt.
Stijn Meuris praat in dit interview over de zelfdoding van zijn vriendin Lidia. Met zijn band Monza bracht hij er ook het nummer Naar men zegt over uit.
Een heel andere invalshoek van Jean-Louis Coppers, die de vzw Tout Bien – Okidoki oprichtte na de dood van zijn zoon, in Knack: over de economische en maatschappelijke kost van zelfdoding en de beperkte investering van de overheid in preventie.
Bouwvakker Jeremy Forbes ontdekte na de zelfdoding van werkmakker Pete dat suïcidale ideatie en mentale gezondheidsproblemen een groot probleem waren in zijn gemeenschap. Maar hij voelde zich omwille van de machocultuur in zijn omgeving en zijn eigen beperkte toolbox om met dat soort problemen om te gaan, niet in staat om mensen echt te helpen. Daarom richtte hij mee HALT op, om binnen de gesloten gemeenschap van Australische tradies toch rond mentale gezondheid te spreken.
Meer lezen:
Je kan het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie (2012) hier doornemen.
Ik verwees eerder al naar dit artikel van Jan Van Tienen voor De Correspondent: We moeten meer over zelfdoding praten. Maar oppassen met de waaromvraag.
Highway Patrolman Kevin Briggs praat in deze Ted-Talk over zijn job waarbij hij regelmatig de Golden Gate Bridge in San Francisco patrouilleerde. Sinds de bouw van de brug zijn meer dan 1600 mensen van deze brug gesprongen. Hij spreekt in detail over wat er met een springer gebeurt, maar ook over de mensen die hij op de brug tegenkwam en hun verhalen. Hij geeft ook tips voor familieleden van mensen met suïcidale ideatie. Het is een gruwelijk maar ook heel hoopvol verhaal.
The Guardian heeft een heel lang artikel over Océane uit Egly, Frankrijk, wiens zelfdoding alleen nieuwswaardig werd omdat ze bekend staat als de eerste persoon om uit het leven te stappen live op sociale media. Maar auteur Rana Dasgupta slaagt erin een heel mooi, genuanceerd en begrijpend portret te schetsen van de jongen vrouw achter het statistiekje. Je kan het artikel ook als podcast beluisteren hier.
Overlever Jennifer Michael Hecht schreef voor Vox naar aanleiding van de dood van culinair journalist en chef Anthony Bourdain en Kate Spade een inzichtelijk artikel over hoe media best het nieuws van een zelfdoding brengen, en hoe best niet. Over het navolgingseffect schrijft Marlies van Amerom op kennislink.
Als je tijd en zin hebt om 41 volstrekt ellendige minuten door te brengen, kies voor de documentaire van The Fifth Estate over Chaz Petrella, een Canadese jongen met zware mentale problemen die zich uitten als explosies van agressie en diepe depressie. Ondanks alle pogingen van zijn ouders om de voor handen zijnde hulp in te schakelen, liet het systeem hem in de steek. Hij stapte uit het leven op twaalfjarige leeftijd. Het is geen vrolijke docu, maar het verhaal van Chaz wordt met liefde en veel zorg vertelt en toont waarom investeringen van de overheid in mentale gezondheidszorg zo ontzettend belangrijk zijn.
Evolutiebioloog Dirk Draulans schreef voor Knack een stuk over de impact van het stigma op zelfdoding.
De Wereld Morgen sprak met een vrijwilliger van De Zelfmoordlijn over haar ervaringen.
The School of Life geeft een beetje uitleg bij Emile Durkheims theorie dat de cultuur van een land impact heeft op het aantal zelfdodingen. “Ontwikkelde” landen vertonen meer zelfdodingen omdat ze bijna allemaal meritocratisch zijn en de wereld zien als maakbaar. Culturen waarin erkend wordt dat succes en mislukking niet helemaal van onze eigen inzet afhankelijk zijn, vertonen veel lagere cijfers. Boe meritocratie!
In The Atlantic wordt nagedacht over de impact en het belang van memes en grapjes over zelfdoding op sociale media op tieners. Na wat je allemaal gelezen en gehoord hebt, zal het geen verrassing zijn dat sommige onderzoekers hier vooral het positieve van zien: het haalt aan sociale media gekluisterde jongen uit hun isolatie en doorbreekt voor hen het taboe. En ook humor, hoe morbide ook, is communicatie.
In deze podcast van Philosophy Bites spreekt filosoof Simon Critchley over zelfdoding, en de vreemde filosofische vraag van Albert Camus: Welke reden hebben we om te leven, of: waarom eindigen we ons leven niet gewoon? Hij bespreekt de religieuze dimensies van de vraag (bv. hoe zelfdoding eigenlijk niet verboden wordt door de Bijbel maar theologen dat wel denken omwille van Gods scheppingskracht), vrije wil, verantwoordelijkheid (toch maar), Robin Williams, Socrates en zingeving.
Dankjewel voor een inzichtelijk stukje over hoe omgaan met suicidale ideatie.. Ik ben zelf het suïcideplan voorbij (denk en hoop ik toch) door vooral zelfbewustwording. Je kan inderdaad niet ontleren. Het is een zoektocht van hoe deze dagdagelijkse gedachten in de big melting pot van alle gedachten er mogen zijn en ook gewoon voorbijgaan.. Ook al raken ze af en toe wel eens vast in het complexe kluwen van het brein.. Het leven is inderdaad wonderbaarlijk.. Zowel in haar destructieve als haar constructieve zaden..
LikeLike
Dankjewel Jamine. Fijn dat je de tijd neemt om je eigen perspectief erbij te plaatsen. Ik geloof dat het belangrijk is om naar elkaar te luisteren en uit elkaars ervaringen te leren, dus jouw bijdrage is erg belangrijk voor mij. Ik vind het mooi dat je zegt dat ze ‘mogen zijn en gewoon voorbijgaan’. Hopelijk komen ze voor jou niet meer zo vast te zitten dat ze niet langer voorbijgaan.
LikeLike