
Is de link met de titel niet echt duidelijk? Je zal het artikel moeten lezen om te ontdekken waarom hier Tolkien graffiti staat.
We gebruiken het woord voortdurend: radicalisering. Maar wat betekent het precies? En wat bedoelen we ermee? En daartussenin: hoe herken je het? En hoe voorkom je dat het escaleert?
Definitie
Wat radicalisering precies is, blijkt moeilijk in woorden te gieten.
Ik pik er een aantal elementen uit die vaak terugkomen.
Ten eerste gaat het om een evolutie. Je wordt niet radicaal geboren. Je hebt een bepaald gedachtegoed, een bepaalde visie op de wereld en jouw eigen plaats daarin, en die verandert. Dat is normaal.
Het woord radicaal is terug te voeren op radix, wat ‘wortel’ betekent. Iemand die radicaliseert maakt dus een evolutie in de richting van dichter bij de wortels komen van wat je gelooft over de wereld. In de godsdienstwetenschappen (de studie van levensbeschouwingen in hun breedste vorm en in al hun aspecten) wordt daar ook wel eens de term orthodox opgekleefd. Orthodox betekent de rechte leer of de juiste leer. Iemand die orthodox leeft, vindt het heel belangrijk om het juiste te denken of te geloven. Vaak uit zich dat ook in vasthouden aan oude regels en oude rituelen, en een afkeer voor verandering of vernieuwing. Daar is op zich niets mis mee, maar in een seculiere samenleving als de onze, kijken we daar wel vreemd van op.
Socioloog Egon Bittner omschrijft radicalisme als “een psychologisch verschijnsel waarbij een allesomvattende en compromisloze wereldbeschouwing mensen ertoe drijft om alles wat men als slecht ziet, te vervangen door alles dat men als goed ziet.” Er zit dus een politieke component aan: je gedachtegoed heeft een impact op de manier waarop je de samenleving georganiseerd wil zien.
Maar de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid schreef in 2006 dat radicalisering het volgende is:
“de groeiende bereidheid tot het nastreven en/of ondersteunen van diep ingrijpende veranderingen in de samenleving die op gespannen voet staan met de democratische rechtsorde en/of waarbij ondemocratische middelen worden ingezet”
En socioloog en salafisme-deskundige Martijn de Koning omschrijft het als volgt:
Radicalisering is een proces waarbij groepen en/of individuen zich in woord en/of handelingen verwijderen van / keren tegen de bestaande waarden, arrangementen en instituties zoals die door de politieke elites worden beschermd.
Dat klinkt niet alsof het te maken heeft met een terugkeer naar een heilig boek of een bepaald principe. Dat klinkt als gewapende strijd met de samenleving. Hoe kom je van een woord dat eigenlijk lijkt te willen zeggen “deze persoon evolueert naar een dieper, historisch authentieker of ouderwetsere manier van geloven in zijn of haar wereldbeeld” naar gewapende strijd met de samenleving.
Extremisme
De link die we missen is waartoe iemand kan radicaliseren.
Stel bijvoorbeeld dat ik persoonlijk radicaliseer in mijn wereldbeeld. Wie mijn blog een beetje volgt, of mij persoonlijk kent, weet dat ik een ongelofelijke geitenwollensok ben. Als ik meer wil naar de wortels van mijn overtuigingen gaan, zou ik me in een handvol bronnen kunnen verdiepen: het oeuvre van J.R.R. Tolkien bijvoorbeeld, dat een bepalende factor speelde in de manier waarop ik kijk naar goedheid en mildheid en hoe empathie het kwade kan overwinnen; het werk van Friedrich Nietzsche, David Hume of Jacques Derrida, de filosofen die mij tijdens mijn opleiding het meest aanspraken; het evangelie van Onze Heer Jezus Christus of de verhalen uit het Oude Testament die ik dicht bij mijn hart draag (het boek Tobit dat gaat over wanhoop en hoop en Jona over de laffe, wraakzuchtige, onwillige profeet die ondanks Gods goede bedoeling nooit echt begrijpt waar het precies om gaat).
Waartoe zou die radicalisering mij kunnen leiden? Wellicht richting een commune waar ik veganistisch probeer te leven en mediteer tot mijn hoofd eraf valt. Voor wereldvrede. En dat is het slechtst denkbare scenario in mijn geval.
Maar ik geloof fundamenteel in de goedheid van de wereld, in dingen als dankbaarheid en nederigheid, in vergiffenis en vertrouwen. Mijn wereldbeeld is er één waarin iedereen met elkaar verbonden is via schepping en ubuntu, en waarin kwaad op een massieve schaal kan triomferen maar nooit wanneer ik in de kamer ben. Mijn wereldbeeld is fundamenteel heel erg positief. Mijn wortels zijn hoopvol en optimistisch. En de wereld heeft mij al teleurgesteld, maar nooit op zo’n diep en ingrijpend niveau dat ik mijn vertrouwen in haar en haar bewoners verloren ben.
Er zijn heel wat orthodoxe gemeenschappen die lijken op mijn meest radicale wereldbeeld: de Amish leven bijvoorbeeld een heel historisch authentiek en Bijbels bestaan. Tibetaanse monniken hoog in hun kloosters, volledig onthecht van de wereld, beoefenen de meest radicale vorm van boeddhisme. Of je zou voorbeelden kunnen nemen zoals bepaalde hippiecommunes of de overblijvende kibboets in Israël.
Maar wat als mijn wortels negatief waren? Wat als ik het gevoel had onderdrukt te worden, mis begrepen? Wat als ik geloofde dat anderen fundamenteel slecht zijn, en kwaad in gedachten hebben. Wat als ik geloof dat we allemaal soldaten zijn voor het goede, en dat een goede soldaat de wapens opneemt als zij het kwade tegenkomt? Wat als ik een heel positief wereldbeeld heb, maar daarin ontgoocheld en gefrustreerd geraak? Als ik dan radicaliseer, ga ik een heel andere richting uit.
ISIS is uiteindelijk ook maar een soort van commune, maar zonder het mediteren en veganisme.
Je kan evolueren naar extremisme, en vaak verwarren we de evolutie (radicalisering) met dat specifieke eindresultaat.
Extremisme wil zeggen dat je bereid bent om de wereld rond je aan te passen aan jouw wereldbeeld, desnoods met geweld. De vorige voorbeelden – de communes, het klooster, de Amish – leven geïsoleerd. Boven en buiten de rest van de wereld. Om hun levensbeschouwing zo zuiver mogelijk te kunnen beleven, zonderen ze zich af van de rest van de wereld, die hen daarin zou kunnen hinderen. Maar dat betekent niet dat ze de hele wereld aan hun noden willen aanpassen. Nee: zij willen een hoekje van de wereld voor zichzelf, waarin ze hun ding kunnen doen.
Extremisme neemt dat verlangen naar zuiverheid en in plaats van één hoekje van de wereld op te ruimen, moet alles eraan. Alles en iedereen moet zijn zoals ik denk.
Kenmerken van radicalisering naar extremisme
Iemand die radicaliseert tout court, zal zich heel erg beginnen verdiepen in een bepaald element van haar overtuigingen: een bepaald heilig boek, een bepaalde website, een bepaalde spreker of denker, een bepaalde politieke groepering. Dat leidt tot een vorm van monomanie: obsessief bezig zijn met één ding. Alle andere zaken, van hobby’s en vrienden tot school of werk, moet wijken.
Door die immense focus op één ding, ga je vanzelf gelijkgezinden opzoeken: je wil samen met hen nadenken over datgene wat jou bezig houdt. En de kans is groot, zeker als je jong bent in een pluralistische samenleving als de onze, dat je er niet meteen veel vindt in je volleybalteam of klaslokaal. Die monomanie leidt tot isolatie: je voelt dat mensen rond je jouw plotse obsessie niet begrijpen, dus je sluit je van hen af .
Vaak komen daar ook elementen bij van zuiverheid: die anderen willen mij afleiden met hun volleybal, met hun schoolwerk. Ze willen niet dat ik dit allemaal leer en ontdek, ze werken mij tegen. In het beste geval beschouwt iemand die radicaliseert de omgeving als een vervuiler, in het slechtste geval als een actieve vijand.
Als je voortdurend bezig bent met één ding en je omringt je met mensen die hetzelfde denken over dat ene ding als jij, dan krijg je intellectuele verstarring. Het wordt steeds moeilijker om in gesprek te gaan met mensen die er een andere visie op nahouden dan jij, zelfs maar om gewoon te luisteren naar wat iemand anders denkt en voelt over wat jij denkt en voelt. De mening van anderen is volstrekt onbelangrijk (ze begrijpen het toch niet) of zelfs gevaarlijk (ze proberen mij te beïnvloeden).
Door je nauwe betrokkenheid bij dit bepaalde onderwerp, krijg je vanzelf een identificatie met je ideeëngoed. Wanneer iemand kritiek geeft op dat ideeëngoed, krijg je het gevoel dat jij zelf aangevallen wordt, dat de kern van je wezen aangevallen en miskend wordt. Dat drijft je in een hoek. Als je het gevoel hebt dat jouw ideeëngoed door een meerderheid van de samenleving bespot of aangevallen wordt, en jij dus door de rest van de samenleving niet ernstig genomen wordt , dan staat dit je toe je te wentelen in een slachtofferrol.
Dat laatste maakt dat mensen die radicaliseren zich vaak van de structuren en instellingen van de samenleving gaan afkeren. Ze voelen dat bepaalde gedeelde normen en regels niet in overeenstemming zijn met de waarheid zoals zij die ontdekt hebben, en schrijven dit niet toe aan onwetendheid maar onwil, sabotage zelfs. Hun argument hiervoor is de afwijzing die ze ervaren. Dit wordt ook weleens system blaming genoemd: alles is de fout van het systeem.
Oorzaken
Eén van de belangrijkste oorzaken van radicalisering is persoonlijke onvrede en de zoektocht naar identiteit en authenticiteit.
Vandaar dat we pubers zo vaak zien radicaliseren, en soms op de meest idiote vlakken. Ik gaf zelf J.R.R. Tolkien als een belangrijke inspiratiebron. Wel, al die jongeren die hysterisch worden als je iets fouts durft zeggen over Justin Bieber of Lady Gaga, die Game of Thrones te pletter analyseren of beginnen vechten omdat iemand hun favoriete voetbalploeg te fel bekritiseerd heeft? Eigenlijk is dat een beetje hetzelfde fenomeen.
Als puber ben je heel erg op zoek naar je eigen identiteit: Wie ben ik nu, precies? Het laatste wat je wil doen is dat erkennen: nadenken over wie je bent is voor losers. Identiteit zou iets voor de hand liggends moeten zijn. Je wil niet door de mand vallen in de groep, maar je wil tegelijk authentiek jezelf zijn. En dat is een moeilijk gevoel. Heel wat pubers gaan op zoek naar een inspiratiebron: iets of iemand die hen een richting kan geven. Die hen kan helpen te kloof te overbruggen tussen de eigen persoonlijke ervaring en de persoon die ze moeten of willen zijn in publiek. En sommigen verliezen zich daar eventjes in: die film, dat boek, dat idee, die persoon… het wordt gedurende een paar maanden hun leven.
Ik ben één van die vreselijke nerds die je kan uitleggen waarom Aragorn niet écht de rechtmatige opvolger van de troon in Gondor is, of waarom Sam nooit de Ringdrager had kunnen zijn. En voor een stukje ligt ook dat in het verlengde van wat radicalisering precies is: gedurende een paar jaar stond mijn leven in het teken van mijn studies, en Tolkien. Ik zat uren per dag op een forum te posten en te discussiëren, ik verdiepte me in stambomen en Tolkiens brieven en aantekeningen om erachter te komen of de Balrog nu echte vleugels had of niet, en ik kon me oprecht kwaad maken wanneer iemand iets zei over Tolkiens werk wat ik fout vond. En de grote liefde is nooit bekoeld, maar die intense periode van onderzoek wel. (Wat niet wegneemt dat ik mogelijks eventueel één van de films veel te vaak gezien heb.)
Stel nu dat ik mij verdiept had in iets anders dan Tolkien – in ecologie, bijvoorbeeld. Dat ik op sites terecht gekomen was waar mensen die bezig zijn met klimaat en vervuiling en de manier waarop we dieren behandelen samenkomen en van gedachten wisselen. Misschien was ik dan ook mijn gedrag gaan aanpassen – maar in plaats van boeken lezen en een paar woorden Elfs leren, was ik misschien gaan controleren of er in elk gebouw van de KUL wel gesorteerd wordt. En in plaats van mijn vrienden te corrigeren wanneer ze iets zeiden over een personage dat ik fout geïnterpreteerd vond, was ik misschien vreemden op straat gaan aanspreken wanneer ze een papiertje lieten vallen. Mijn onderzoeksperiode zou misschien betekend hebben dat ik politiek actief geworden was, of in één van de vele ecologische verenigingen gegaan was. Padden overzetten met Natuurpunt, of anti-bontbetogingen met GAIA. Of – ze bestaan – ecoterroristen: groepen activisten die bedrijven binnenbreken en labo’s vernielen, dieren bevrijden en onderzoekers bedreigen.
Vervang Tolkien door ecologie en je krijgt een heel ander verhaal dan het mijne. Vervang ecologie door islam, en je krijgt wat wij vandaag bedoelen wanneer we radicalisering (foutief, weten we nu) gebruiken.
De oorzaken voor radicalisering richting extremisme liggen in hetzelfde spoor als degene die een puber doen radicaliseren: je voelt je anders dan de rest van de groep, maar tegelijk wil je niet door de mand vallen, dus je leeft in een spanningsveld. Je voelt je gediscrimineerd, onbegrepen, niet gerespecteerd. Je gaat op zoek naar iets of iemand wat je kan inspireren om die kloof te overbruggen, om je een betere plaats in de wereld te bezorgen. Je merkt dat anderen, soms in je omgeving maar soms ook in de media of in commentaren in het publieke debat, jouw ideeën verwerpen of weglachen. Je gaat je daardoor net nog meer met die ideeën identificeren.
Hoe voorkomen we extremisme?
In de literatuur die ik gelezen heb (en dat is natuurlijk helemaal niet alles wat er is), worden drie dingen genoemd als cruciaal om radicalisering richting extremisme tegen te gaan: participatie in de samenleving, weerbaarheid en een betekenisvol bestaan.
Participatie in de samenleving is heel breed: van Chiro en volleybalclubs over een gevoel van controle op school of het werk tot betrokken zijn in lokale en zelfs nationale besluitvorming. Een politicus die voor jou spreekt, verbindt jou met de samenleving. Je wil de samenleving niet raken of stukmaken als je je er betrokken bij voelt. Je hebt geen nood aan de wereld naar jouw beeld kneden, als de wereld een plaats is waar jouw beeld welkom is. En daar knelt vaak het schoentje.
In een interview met KifKif uit 2015 zegt auteur Pieter Stockman het volgende over Montasser AlDe’emeh, de co-auteur van het boek De jihadkaravaan.
“Vergelijk het met een ijsberg. Als je op zee vaart, wordt daar al je aandacht naartoe gezogen. Op dezelfde manier wordt al onze aandacht nu opgeëist door Syriëstrijders die poseren met een Kalasjnikov. Op dezelfde manier werd Montasser veroordeeld door sommige leerkrachten omdat hij rondliep met een Palestijnse sjaal, het symbool van zijn vaderland. Terwijl hij met Palestina in zijn hart zat en ernaar snakte om erover te praten, zaten wij al klaar met onze vooroordelen. Omdat media onze vooroordelen voeden.” [x]
Onze vooroordelen.
En al dat gepraat over radicalisering maakt het er niet gemakkelijker op: een meisje dat plots een lange rok begint te dragen en in een niqab de straat op gaat, is duidelijk bezig met haar geloof. Dat is haar inspiratiebron. Ze verdiept zich, en haar verdieping leidt haar naar een orthodoxe vorm van haar geloof. Dit is haar historisch authentieke beleving van haar ideeëngoed. Haar niqab, haar rok, zijn een uitnodiging om hier met haar over te praten: ik durf er mijn loon op te verwedden dat ze niet liever zal doen dan dat.
Maar als we met haar praten – als ouder, als lid van het volleybalteam, als leraar – doen we dat dan uit interesse? Of uit bezorgdheid?
Laten we eventjes onze andere voorbeelden gebruiken: wat als ze plots vegetarisch eet, mee wil helpen om Dagen zonder vlees te promoten op school en een T-shirt van Save the Arctic draagt? Hoe zouden we haar aanspreken? En wat als ze plots een tatoeage van een Hobbit op haar arm heeft, en iedereen aanspreekt in Sindarin?
We horen in het nieuws vaker over islamterrorisme dan over ecoterrorisme of Tolkienterrorisme. Onze angst stamt dus uit dezelfde imput die ook dat meisje krijgt. Met de wetenschap onder de arm dat zij zich sowieso al uitgelachen en aangevallen zal voelen, en dat dit haar nog meer in de richting van extremisme kan duwen, is de juiste houding dus: interesse. Niet bezorgdheid.
Marion Van San schreef in een opiniestuk in De Morgen, eveneens in 2015, dat ze dacht dat jongeren sneller radicaliseren naar extremisme wanneer ze goed geïntegreerd zijn. En de reden daarvoor is, gezien alles wat we ondertussen al gevonden hebben, voor de hand liggend:
“De kinderen en kleinkinderen van immigranten zijn hier geboren en opgegroeid, en willen geaccepteerd worden. ‘Het gevolg daarvan is dat zij hogere maatschappelijke verwachtingen hebben dan anderen en vaak gevoeliger zijn voor uitsluiting en (vermeende) discriminatie’?” [x]
Dit inzicht wordt bevestigd door politica Ikrame Kastit:
“Ik was zelf ooit zo’n kind dat zich niet thuis voelde in onze samenleving. Ik groeide op in ‘t stad waar het Vlaams Blok zegevierde. Waar de vraag of ze de absolute meerderheid en burgemeesterssjerp zouden halen met een cordon sanitair moest beantwoord worden. Op school werden wij door medeleerlingen en leerkrachten voortdurend geconfronteerd met het feit dat we anders – lees moslim – waren en nog eens buitenlandse roots hadden ook. Mijn zussen en ik werden nooit uitgenodigd op een verjaardagfeestje. Onze klasgenootjes kwamen nooit naar de onze. Nochtans verplichte mijn mama ons om iedereen van de klas uit te nodigen.
Mijn zussen, broer en ik zijn vaak razend geweest op onze ouders omdat ze naar een land zijn geëmigreerd waar ze ons niet moeten hebben. Maar als ze ons hier niet willen dan wij hun ook niet was mijn reactie toen! De fantasie dat er misschien een (Islamitische) staat zou bestaan waar wij er wel bij horen, waar verschillende mensen solidair zijn met mekaar, ongelijkheid en armoede bestrijden prioriteiten zijn en het klimaat geen bijzaak is, leek niet meer dan een illusie. Een utopie van belangrijke islamitische waarden.
Wat heeft er dan voor gezorgd dat ik geloof in en als politica werk maak van een democratische, seculiere en pluralistische samenleving? Toevalligheden spijtig genoeg. De juiste mensen op het juiste moment tegenkomen. Mensen die je als gelijke erkennen en behandelen.” [x]
Gevoeliger voor discriminatie. Onze automatische angst van iemand die zich in islam verdiept in plaats van ecologie of Tolkien, is een vorm van discriminatie. En één die we zelf in de hand hebben, door er zorgvuldiger mee om te gaan.
Wij kunnen de samenleving niet veranderen, maar we kunnen wel haar samenleving waar wij deel van uitmaken veranderen.
En dat doen we ook door onze jonge mensen weerbaar te maken. Weerbaarheid is opnieuw een breed begrip, maar ik ga het illustreren met een Pixarfilmpje: Boundin’. In dit filmpje is een schaapje de ster van de prairie, tot hij geschoren wordt. Hij voelt zich anders, wordt uitgelachen door de dwaze molletjes die naast hem wonen en laat de moed zakken. Tot er een Jackalope passeert, die hem leert botsen. De andere dieren vinden dat zo cool, dat ze hem prompt beginnen te imiteren
Weerbaarheid is de mogelijkheid om terug te botsen, kunnen omgaan met tegenslagen, kunnen omgaan met kritiek. Maar weerbaarheid is geen vaardigheid die je op je eentje kan oefenen in je schriftje, zoals wiskunde of perspectieftekenen. Weerbaarheid is iets wat je leert met vallen en opstaan van je ouders, leerkrachten en mentoren allerhande. De mensen die opmerken dat je in de put zit of een fout hebt gemaakt, en met jou een pad zoeken om vooruit te gaan.
Mensen die weten dat ze tweede en zelfs derde kansen hebben, zijn sneller bereid fouten toe te geven en aan zichzelf toe te schrijven. Als de instellingen waar ze deel van zijn warme plaatsen zijn, waar ze als mensen worden behandeld, voorkom je rage against the machine, want ze ervaren geen machine. Vooral in het onderwijs is dit een belangrijke uitdaging.
Het derde is het moeilijkst: een betekenisvol bestaan. Dat hangt heel sterk af van wat voor jou betekenis geeft: als dat rijkdom is en je bent arm, dan zal het moeilijk worden om je ervan te overtuigen dat je leven toch betekenisvol is. Daar ligt een belangrijke taak weggelegd voor spirituele leiders en inspirerende figuren: open de deur voor veel vormen van betekenis, voor haalbare doelen en realiseerbare normen.
Het vinden van betekenis in het eigen bestaan is vaak ook verbonden aan een breed en kritisch begrip van de inspiratiebronnen waar je je toe wendt: als je gelooft dat je alleen gelukkig kan zijn als de Ring in het vuur ligt, m.a.w. als de wereld vrij is van kwaad, kan je lang zitten wachten op geluk. Als je daarentegen ook andere elementen van Tolkiens wereld leert kennen en begrijpen als belangrijk (van het genieten van kleine dingen zoals de Hobbits doen, tot Gandalfs visie op leven na de dood en verdriet als iets positiefs), dan ga je veel sneller betekenis vinden.
Ditto voor onze potentiële eco-warrior: als die geïnspireerd wordt door mensen als Jane Goodall, David Attenborough of Peter Singer, zijn er heel veel mogelijkheden om actief met haar gedachtengoed om te gaan, en daar geluk in te vinden.
En een imam die jouw taal spreekt, die jou helpt nadenken over het verschil tussen het ideaal en wat haalbaar is, die je inspireert om de zoeken naar de boodschap achter de letter van de tekst, kan een hele wereld openzetten voor iemand die zoekt naar een manier om islam, zelfs de orthodoxe versie ervan, hier en nu te beoefenen en er geluk in te vinden. (Voor wie nu denkt, omdat-ie islam niet goed kent, dat dit niet bestaat, hier zijn twee voorbeelden: Adnan Ibrahim en Sulayman van Ael.)
Merk op dat verbieden, wetten of preventieve opsluiting niet in voorgaande paragrafen voorkomen. En dat is niet alleen omdat ik een linkse geitenwollensok ben, maar omdat je die woorden eigenlijk bijna nergens in de literatuur over radicalisering tegenkomt. Ze zijn contraproductief: een kind bestraffen omwille van de Tolkientattoo, het plotse vegetarisme of de lange rok maken de slachtofferhouding en de rage against the machine alleen maar gerechtvaardigd. Nu heb je hun gelijk bewezen: er is geen plaats in deze wereld voor hen. En dus moet de wereld veranderd worden.
Bronnen:
De dossiers radicalisering van EXPOO en Klasse; aanraders voor onderwijzers en wie met jongeren werkt.
Radicalisering – Waar hebben we het eigenlijk over? van Martijn de Koning
Bilal Benyaich, Islam en Radicalisme bij Marokkanen in Brussel, 2013
En de bronnen die vermeld worden in volgende artikels die eerder al op Factorum verschenen: 62. Hoe werkt terrorisme?; 30. Wat is IS? en 64. Wat is IS? Pt. Deux: de ISIS roundup; 46. Wat valt er te zeggen over Charlie Hebdo?; en 63. Hoe spot je islamofobie?
Meer lezen:
De Afspraak met Younes Delefortrie (Canvas, 12.10.2015). Je vindt ook een artikel over hem hier: From Belgium to Syria and back: How an altar boy became an ISIL admirer
‘De term radicalisering is totaal onbruikbaar’ (interview met Arun Kundnani, De Wereld Morgen)
Letterlijk: De verklaring van Belgische moslims tegen radicalisering en voor burgerschap (Knack)
Luisteren: Met radicalisme is niets mis, vindt deze pedagoog (podcast met Stijn Sieckelinck, De Correspondent)
‘Dyab Abou Jahjah redde ons van de radicalisering’ (Fouad Gandoul van Empowering Belgian Muslims, Knack)
Hoe pakken we het extremisme aan? (Bleri Lleshi, de redactie). Je kan Lhesi ook bezig horen in gesprek met Sami Zemni en Siham El Kaouakibi over de oorzaken van radicalisering, n.a.v. de aanslag op Charlie Hebdo.
Gesprek met Bilal Benyaich over Islam en radicalisering (Interne Keuken, Radio 1). Je kan ook het volgende artikel van hem lezen: Radicalisering, extremisme en terrorisme: Wat moet de federale regering niet doen? (Knack)
Is radicalisering de schuld van de maatschappij? (Sim Boels)
Pamflet van een ex-jihadist: Radicalen, word wijs! (De Volkskrant)
Olivier Roy: ‘Terrorisme beperkt zich tot de tweede generatie, en bekeerlingen’ (Knack)
Wat drijft de jihadpuber? Hoe de Islamitische Staat Nederlandse jongeren verleidt (Kennislink)
Wie naar het Belgische onderwijs kijkt, ziet de kiem van de tragiek van Brussel verklaard (David Van Reybrouck, De Correspondent)
Zullen we eens wat zaken benoemen, ja? (Jan Blommaert, De Wereld Morgen)
Anti-extremism drive puts British values at risk, says police chief (The Guardian)
I was radicalised. So I understand how extremists exploit grievances (Maajid Nawaz, The Guardian)
Manwar Ali: Inside the Mind of a Former Radical Jihadist (TED Talk)
The Children of ISIS Why did three American kids from the suburbs of Chicago try to run away to the Islamic state, and should the Feds treat them as terrorists? (Rolling Stone)
The Dangerous Myth Of Violent Muslim Radicalization (AJ+)
8 gedachtes over “73. Wat is radicalisering?”