
Syrische vluchtelingen komen toe in Buchs, Zwitserland
Wat is IS? is ondertussen al verjaard, en na veertien maanden evolutie en revolutie dringend aan vervolg toe. Dat vervolg vind je hieronder: het is geen geschreven tekst geworden, want dat zou gekkenwerk zijn, wel een overzicht van de interessantste artikels die ik het voorbije jaar rond IS gelezen heb en een korte omschrijving van wat er in staat. Bijna alles is in het Engels, omdat er simpelweg heel weinig toegevoegde waarde is aan veel Nederlandstalige artikels en opiniestukken, en hier en daar wordt er een specifiek islamitische of islamistische term uitgelegd. Over het verschil tussen die vorige twee woorden, maar ook uitleg over jihad en salafisme, kan je altijd terecht in deel 1.
Verspreiding & organisatie
The Washington Post houdt via een interactieve kaart de verspreiding van IS-activiteit bij. Misschien een goeie plek om te starten, als je jezelf even wil updaten over het fenomeen. (Spoiler: Parijs is niet het ergste incident dat met IS werd gelinkt in het voorbije jaar.)
The Atlantic (komt nog een paar keer terug want: conservatief als de pest, maar inhoudelijk altijd wel heel goed in orde) stelde dit dossier samen over de Syrische burgeroorlog, met veel handige kleurgecodeerde charts en kaartjes.
Vox, eerder links in het spectrum, deed hetzelfde en begon in 1923. Kwestie van genoeg context te hebben.
BBC schetste in een aantal vignettes op basis van getuigenissen het leven in IS-bezet gebied, en bespreekt onder meer hoe vrouwen en minderheden behandeld worden en de impact van het conflict op het dagelijkse leven.
Het eminente Cracked gooide er één van zijn lijstje tegenaan en beschrijft hoe IS Nutella en kattenfoto’s gebruikt als een manier om westerse jongeren gerust te stellen (Ho man, wij zijn geen wereldvreemde gekken, wij eten Nutella!) en WC’s verbiedt want – in een move zo salafistisch dat de salafisten er zelf van duizelen – “een steen was goed genoeg voor de profeet!”.
The Boston Globe wierp een blik op een paar gelekte [x] organisatorische documenten van IS en vatte de spiraalschriftjes en Excel-spreadsheets voor u samen. Geen grote verrassingen: IS heeft, zoals elke KMO, een organigram en boekhouding. Wat het niet heeft, is veel oog voor infrastructuur. Sinds het begin van de Syrische burgeroorlog is het verlichtingsnet in het land drastisch gekrompen, ook in de door IS bezette gebieden. [x]
Maar wie heeft licht nodig, als je je eigen theme song hebt? Philip Smyth en Behnam Said mogen in The Guardian uitleg geven over de jihadische nasheed, strijdliederen gebaseerd op een islamitische muzikale traditie, en hun functie binnen de propagandamachine van de beweging. De eentonige gezangen, zonder instrumentale begeleiding, vormen een scherp contrast met de westerse cultuur enerzijds, en de sji’itische muzikale tradities anderzijds. In de strenge salafistische interpretatie van islam, zijn instrumenten immers niet toegestaan.
Wat iedereen nodig heeft, en waar IS slim gebruik van maakt, is water. En aangezien het Midden-Oosten het centrum van waterconflicten is, is het misschien accuraat om de Syrische burgeroorlog te bestempelen als een echte wateroorlog. [x]
De Quilliam-denktank vertaalde een document van de al-Khanssaa Brigade, de vrouwelijke tak van IS, en analyseerde het document. Een samenvatting en een link naar de .pdf van Qulliam vind je in dit artikel van Knack.
Achtergrondinformatie & opiniestukken
Nu u weer helemaal mee bent: een aantal opiniestukken en wat achtergrondinformatie die ik persoonlijk ongelofelijk interessant en lezenswaardig vond.
Jeffrey Golderg schreef in 2014 reeds een artikel over de verschillende houding ten opzichte van journalisten tussen andere terroristische groeperingen en ISIS. Hij vergelijkt de situatie van onthoofdingen en intimidatie met zijn eigen ervaringen met de Taliban en al-Qaida. (Voor context vermeld ik er even bij dat Goldberg als journalist controverse opwekte voor zijn positieve berichtgeving rond de inval in Irak. [x])
In 2015 kwam De Jihadkaravaan uit van islamoloog Montasser AlDe’emeh en journalist Pieter Stockmans. Het boek zelf is een absolute aanrader voor iedereen die van ver of dichtbij geïnteresseerd is in de problematiek van extremisme bij onze moslimjongeren. Dit interview met KifKif toont al een aantal inzichten die in het boek verder uitgewerkt worden, net als achtergrond bij de ervaringen van Stockmans en AlDe’emeh, die zijn eigen ‘verlichting’ toeschrijft aan de KULeuven. Een stuk van het boek kan je lezen in een voorpublicatie op de site van Mo* Magazine.
Huffington Post heeft een zeer lang maar degelijk en hartverscheurend artikel over moeders van Syrië-strijders, waaronder de Belgische Saliha Ben Ali die ook al te zien was in Mijn Jihad van Rudi Vranckx. Auteur Julia Ioffe concentreert zich vooral op de gevoelens van angst, onzekerheid en schuld van de moeders, en toont tegelijk families die botsen met de manier waarop Syrië-strijders zo vaak worden voorgesteld. Dit zijn geen marginale gezinnen, geen liefdeloze huishoudens. De vraag waarom wordt dan ook tussen elke regel gesteld, maar een antwoord blijft uit. Een van de moeders besluit, in een verwoestend antwoord waarmee Ioffe ook haar tekst afsluit, dat als ze vroeger geweten had wat ze nu wist, ze nooit kinderen zou gehad hebben…
Even hartverscheurend is het verhaal van de 23-jarige Alex, een Amerikaanse die online kennis maakte met islam en IS. Haar tocht werd neergeschreven voor The New York Times door Rukmini Callimachi. Dezelfde auteur schreef voor hetzelfde blad een lang artikel over seksuele slavernij in IS-bezet gebied, en hoe dit binnen een salafistisch-jihadistische theologie gelegitimeerd wordt.
The Daily Beast heeft een profiel van een ander soort strijder dan we gewoon zijn: de Georgiër Abu Omar al-Shishani né Tarkhan en zijn rol binnen de rekrutering van strijders in Georgië en propaganda tegen Poetin en Rusland.
Voor medium.com werkten Marshall Sella en illustrator Mike McQuade een stuk uit rond het gebruik van virale onthoofdingsvideo’s in de marketing en branding van IS.
Greg Miller en Souad Mekhennet analyseren in The Washington Post via getuigenissen de interne werking van IS’ propaganda machine. Ook zij hebben het voornamelijk over video’s die viraal moeten gaan, maar wijzen ook in de richting van de verschillende lagen die zo’n video hoofd, en de verschillende boodschappen aan verschillende doelgroepen die ze moet bevatten.
Theologie & ideologie
Even naar de theologie achter IS: de geloofsleer, en de ideologische strijdpunten die de organisatie eraan koppelt.
In What ISIS Really Wants onderscheidt politicoloog Graeme Wood een aantal sleutelelementen. Ten eerste vereist IS van strijders en bewoners van de bezette gebieden totale devotie tot de zaak, met takfir (de praktijk van excommunicatie uit het geloof) als een motief voor geweld tegenover andersgelovigen, ook binnen de oemma (de islamitische geloofsgemeenschap) zelf. Ten tweede is er de notie van het Kalifaat, niet alleen als een fysiek territorium dat de eerste islamitische staat onder Mohammeds opvolgers moet in herinnering brengen, maar ook als een manier om de apocalyptische eindstrijd waarvan IS gelooft dat het die op dit moment aan het voeren is, af te dwingen. De inspiratie is een profetie van Mohammed in de Hadith, die stelde dat in de stad Dabiq de legers van Rome en de legers van Islam elkaar zouden treffen. IS heeft Dabiq ingenomen, en wacht nu tot het westen tot bij hen komt, om die eindstrijd in te zetten. Bernard Haykel legt uit dat het die wil voeren in een exacte replica van het ontstaan van islam: dezelfde strategieën, dezelfde regels en gebruiken en dus als aanvoerder ook een Kalief. De aantrekkingskracht van de theologie van IS wordt duidelijk uit de gesprekken die Wood voerde met aanhangers: zij wijzen op het consequent doordenken van de regels, op de Sharia als een geheel van sociale, geestelijke en wereldse wetten, op de duidelijkheid en helderheid van hun versie van islam. Wood concludeert samen met zijn experts dat de enige zinvolle strategie het langzaam leegbloeden van IS is (zowel op financieel vlak als door het blokkeren van grondstoffenhandel met het gebied) gecombineerd met een interne discussie binnen de oemma zelf.
Een aanvullend stuk op Think Progress geeft extra achtergrond bij het artikel van Wood, met vooral meer uitleg van expert Bernard Haykel.
Dat die interne discussie woedt, is duidelijk, zelfs onder islamisten zelf. Joas Wagemaekers schreef voor Closer een stukje over islamistisch-salafistische geleerde Abu Muhammad al-Maqdisi en zijn kritiek op IS. Hoewel al-Maqdisi zelf heel radicaal islamistisch is (hij is dus voor een theocratie) weerlegt hij het gebruikt van de term kalifaat en gewelddadige executies door IS als illegitieme propaganda, en wijst hij op een gebrek aan inzicht in de manier waarop in islam recht gesproken wordt (nl. door verschillende visies en interpretaties van verschillende teksten en fragmenten uit de Qur’an naast elkaar te leggen). Het feit dat een belangrijk denker binnen de jihadische theologie openlijk afstand neemt van IS, is niet onbelangrijk.
Peter Bergen buigt zich op voor CNN over de vraag waarom IS voortdurend nieuwe vijanden maakt, en komt opnieuw uit bij de eindstrijd in Dabiq: wie niet met IS is, is niet met de legers van islam en dus met de legers van Rome, en dus gedoemd om ten onder te gaan. (Bergen was de man die Bin Laden voor het eerst voor westerse televisiecamera’s haalden, waarop die CNN prompt de scoop van het millennium gaf door de oorlog te verklaren aan de V.S. Het was toen 1997.)
Over hetzelfde idee van die eindstrijd buigt Charles Lister zich voor Salon, en hij bespreekt er tevens de vraag wat de verhouding is tussen IS en islam. In heel veel opiniestukken en artikels, zowel van moslims en moslimgeleerden als van seculiere experts of politici, wordt immers gezegd dat IS niets met islam te maken heeft. Lister geeft een genuanceerdere visie, die aansluit bij de visie van Bernard Haykel en tegelijk andere klemtonen legt, bijvoorbeeld door ook de verwerping door de oemma van IS in rekening te brengen.
Spelers, acties en varia
Een groep die plots weer in het internationale spotlicht staat als meer dan een bende terroristen, zijn de Koerden. Vertegenwoordigd in het Syrische conflict door strijders in de grensgebieden met Iraq, Syrië en Turkije (waar Koerden al lang een eigen staat opeisen), worden ze steeds vaker als westerse bondgenoten gezien. Een deftig profiel van de Peshmerga verscheen op de site van de BBC.
Ook eindelijk weer in het voetlicht, zij het iets minder positief dan de Koerden, is Saoedi-Arabië. Een artikel in de Groen Amsterdammer was de aanzet voor een verhelderend gesprek over de rol van SA in het financieren van IS en de Syrische burgeroorlog in Interne Keuken, met Peter Verlinden. Vooral de link met de inkomsten uit olie is problematisch voor SA.
Over het ontstaan van IS wordt ook heel wat afgeschreven. Over de link met de CIA en George Bush bijvoorbeeld in Islamic State: The Digital Caliphate van Abdel Bari Atwan, waar de auteur de roots van IS opspoort via het gebruik en misbruik door Amerikaanse politici van islamistische extremisten in een aantal opeenvolgende conflicten. Een substantieel en interessant fragment van dit boek staat te lezen op Salon. (Atwan wordt vaak op de korrel genomen als apologeet voor de terroristen, en heeft ook daarom ontslag moeten nemen als journalist. Tegelijk toont hij een aspect van een perspectief dat in het westen heel vaak onderbelicht blijft, namelijk dat van het Midden-Oosten zelf. Oordeel dus vooral zelf. [x])
Owen Jones maakt een soortgelijke analyse in The Guardian, en waarschuwt voor de manier waarop media en politici IS voorstellen als monsters die vanuit het niets opgedoken lijken. Door IS te demoniseren als het pure kwaad, stelt hij, wordt een conversatie over mogelijke oorzaken en oplossingen onmogelijk gemaakt. En op hetzelfde mediaplatform vind je Scott Atrans waarschuwing dat een strijd tegen IS alleen gevochten en gewonnen kan worden, als de motieven en strategieën van de organisatie doorgrond worden – en dat is nu niet het geval, stelt hij, op één lijn met Jones.
Dit lange, zeer gedetailleerde artikel van Martin Chulov voor The Guardian focust op de rol van de Abu Ghraib-gevangenis tijdens de Amerikaanse bezetting van Irak in het tot stand komen van IS zoals we het nu kennen uit het voormalige al-Qaida in Irak.
Eén van de meer besproken acties van IS was de inname en vernietiging van Palmyra. Dezelfde Chulov van het Abu Ghraib-artikel, analyseert de voorgeschiedenis van het vernietigen van cultureel erfgoed en het nut ervan voor een organisatie als IS. LA Times heeft een artikel waarin in vijf hapklare stukjes wordt uitgelegd waarom zoveel mensen daar zo ruig over deden (hint: Palmyra is qua historisch waarde Rome + Athene + Mekka).
Heel wat gedoe ook over een IS-vlag die opdook tijdens een lgbtq-optocht [x]. Bleek toch net iets anders te zijn. Over die vlag: ze is niet zo nieuw als we misschien wel denken. Afgeleid van profeet Mohammeds zwarte wapenvlag (afhankelijk van de overlevering was de vlag van de profeet wit en die van zijn medestanders zwart) met daarop in het wit de sjahada, de islamitische geloofsbelijdenis en één van de vijf zuilen van islam, gaat ze terug tot de 18e eeuwse Hotaki-dynastie in Afghanistan en Pakistan [x]. Sinds de jaren ’70 wordt ze echter heel consequent gebruikt door islamistische strijders. Hier en daar werd al opgeroepen om de vlag te verbieden, maar zelfs conservatief burgemeester van Londen Boris Johnson bleek daar niet voor.[x]
Een iets recentere ontdekking dan de vlag van IS, zijn de drugs van IS. Captagon heet het goedje, en het blijkt in heel Syrië nogal populair te zijn bij de strijders.[x] Stephen Colbert zag er in zijn zelfs een mogelijke oplossing in: als we nu eens massa’s XTC-pillen slijten aan IS, vermomd als captagon? Helemaal van de wereld met the love drug in hun systeem, zijn ze wellicht veel gemakkelijker op te kuisen. Nog een voordeel is dat ecstasy resulteert in blue Monday (de dag nadat de drug uitgewerkt is volgt een soort van mini-depressie) en suicide Tuesday.[x]
Nog meer nonsens: Nutella wilde geen gepersonaliseerde pot maken voor een klein Australisch meisje, omdat ze Isis heet. Fuck Nutella. [x]
Wat doen we nu best?
Er werd ook heel wat geschreven over de “aanpak van IS” – of het nu gaat over het inzetten van drones, het bestrijden van propaganda of een inmenging in de burgeroorlog in Syrië. Enkele van de belangrijkste inzichten en opinies.
Drones blijven de sleutel tot het beleid van de V.S. Dat brengt onverwachte problemen mee, zoals bijvoorbeeld: hoe weet je wanneer je de oorlog gewonnen hebt? Bij wijze van voortgangsrapport publiceert het Pentagon immers regelmatig cijfers van gesneuvelde IS-strijders (meestal ruwe schattingen waar heel wat kanttekeningen bij gemaakt kunnen worden), terwijl het zelf heel erg wijst op de gevaren van het gebruiken van cijfers om zo’n vooruitgang af te meten. Het excuus is dat er geen andere manier is om te laten zien wat het effect van de drone strikes is. Maar… als er geen enkele andere manier is om het effect van een strategie te tonen dan een manier die niks over dat succes zegt, hoe meet je dan het succes van die strategie? En hoe weet je of je doel bereikt is? The Atlentic stelt de vraag, die jammer genoeg retorisch blijft.
(Voor wie geïnteresseerd is in die kanttekeningen bij drones en de schattingen van het aantal gesneuvelde strijders, maar niet ZO geïnteresseerd dat ze de Drone Papers wil doorworstelen, raad ik John Olivers Last Week Tonight-segment rond drones aan. The Young Turks wijdde een tijd geleden eveneens een kwartier aan een kritiek op Obama’s beleid.)
Wie ook opgemerkt had dat de V.S. niet echt een einddoel voor ogen heeft, is politicoloog Dominic Tierney van (jawel) The Atlantic. Hij schreef een artikel over het uitblijven van concrete vredesvoorstellen bij de Amerikaanse militaire leiding en het State Department. Hij verwijst naar de nasleep van het ‘verslaan van IS’ (wat dat dan ook betekent): andere rebellen zullen de strijd overnemen in beide burgeroorlogen (zowel Irak als Syrië zijn op dit moment instabiel) en elke buitenlandse mogendheid die zich in het conflict mengt, moet zich dus meteen voor een decennium of langer engageren.
Christelijke theoloog Jim Wallis komt voor HuffPo tot eenzelfde conclusie: de huidige strategie heeft geen vrede voor ogen. En dat is volgens Wallis de foute manier om naar het conflict te kijken.
“Truthfulness, consistency, accountability, and reversing past mistakes are moral and even religious issues that must be addressed if we are to defeat terrorists like ISIS.”
Voor hij tot die uitspraak komt, schrijft hij ook nog een handvol zinnige dingen over de onzin van de term ‘heilige oorlog’ en de nasleep van 9/11.
Suemas Milne legt in The Guardian eveneens uit waarom een op een oplossing gerichte strategie altijd een breed vredesakkoord als einddoel moet hebben. Hij doet dit vanuit de context van het Britse antwoord op de vluchtelingenstroom die midden 2015 op gang kwam vanuit de Syrische vluchtelingenkampen, en waarschuwt dat een militaire campagne dit fenomeen alleen zal versterken.
Trevor Noah in The Daily Show bekritiseerde Obama voor het terugkeren op zijn belofte dat er in het conflict in Syrië geen Amerikaanse boots on the ground zouden zijn. Obama stuurde eind oktober immers extra special ops troepen, zogenaamd in een train, advice & assist positie. Maar eerdere incidenten waarbij Amerikaanse adviseurs in vuurgevechten terecht kwamen o.a. bij pogingen om gijzelaars te bevrijden, tonen dat dit slechts een semantisch spelletje is: Amerikaanse troepen gaan het gevecht aan in een oorlogssituatie, en Obama’s onwil om het ook zo te benoemen, heeft wellicht meer te maken met de aankomende verkiezingen dan met een oprechte poging om militaire levens te sparen.
In diezelfde verkiezingsstrijd speelt de aanpak van terrorisme een belangrijke rol. Over The Donald kan ik een heel aparte blog schrijven, maar sommige oplossingen waar hij voor staat worden breder gedragen dan alleen door zijn basis (en # 1 Fan Ted Cruz), zoals bijvoorbeeld het beperken van toegang tot het internet. Democratische koploper Hilary Clinton spreekt over het controleren van hun rekruteringsmiddelen, en laat terloops ook vallen dat het gaat over het beperken van hun toegang tot encrypted apps. De vraag die dan meteen het debat binnen sluipt is: waar je trek je de lijn? Wat is directe propaganda van IS, en wat is vrijheid van meningsuiting, en wie gaat dat allemaal controleren? [x]
Nu, zoals gewoonlijk laat het internet zelf niet op zich wachten: Anonymous is al op de hacker-trein gesprongen. (Bonus: Trevor Noah spot eerst uitgebreid met de mogelijkheid dat IS Amazon drones hackt in de V.S., om dan Anonymous en de mafia te kakken te zetten. En dat terwijl alle kleine beetjes helpen! Foei, Noah!)
Dat IS sociale media gebruikt is al lang geweten: strijders rekruteren en houden contact met het thuisfront via Facebook, er is een jihadische gemeenschap op Twitter en zelfs een eigen vorm van sociale netwerksite.
Jürgen Todenhöfer, die als eerste westerse journalist toegang kreeg tot IS-bezet gebied, waarschuwt alleszins tegen het gebruik van bommen en drones: elk burgerslachtoffer dat gemaakt wordt, betekent meer steun voor de organisatie, stelt hij.
En ook de Franse ex-gijzelaar Nicholas Hénin spreekt zich uit tegen bombardementen. In dit artikel in Knack wordt hij geciteerd over de manier waarop jonge strijders op hun manier gegijzeld worden door IS-leiders: door heen misdaden te laten begaan waar ze zelf van huiveren, wordt hun weg terug voor hen afgesneden. Hij moedigt wereldleiders aan om in te spelen op de twijfel van de strijders.
En die twijfel blijkt soms heel bizarre oorzaken te hebben. De Franse Flavien Moreau, bijvoorbeeld, keerde na 2 weken al terug omdat hij niet mocht roken. Maar dat nieuwkomers gedesillusioneerd geraken door de realiteit van het leven in IS-bezet gebied, blijkt duidelijk uit getuigenissen van mensen die de organisatie de rug toekeerden. Zo is er Leena, lid van de Hisbah (religieuze politie) die hier haar getuigenis doet. Een heel uitgebreid portret van drie jonge vrouwen die IS de rug toekeerden vind je in The New York Times, waar Dua, Asma en Aws hun verhaal doen – van gedwongen huwelijken, zelfmoordaanslagen en de gruwel achter hun oogleden.
En vanuit het bezet gebied zelf komen nog steeds veel tegenstemmen, zoals uit hoofdplaats Raqqa, waar inwoners op gevaar van leden en leven informatie naar buiten smokkelen over de leefomstandigheden in de stad.
Anderzijds concludeert expert J.M. Berger, vanuit een analyse van de war on ideas–doctrine tijdens Wereldoorlog 2, dat IS niet alleen met ideeën overwonnen kan worden.
En toch… Dave Shariatmadari bespreekt in The Guardian de kracht van taal via de geschiedenis van de naam van de organisatie die wij nu kennen als IS, en moedigt nieuwsconsumenten aan om die zich bewust te zijn van de mogelijkheid van een taal om een werkelijkheid te creëren: een groep die zichzelf Islamitische Staat noemt, die zegt een kalifaat uit de grond te stampen… is daarom nog geen staat. In veel artikels wordt effectief die fout gemaakt, en wordt over het IS-bezet gebied gesproken als een staat-binnen-de-staat Syrië. Het is één manier waarop een oorlog via ideeën gewonnen kan worden, maar ook één manier om verzet te bieden.
En Harleen Ghambir wijst op de aanpak van de vluchtelingencrisis en de islamofobe reactie na de aanslag in Parijs als spek naar IS’ bek.
Beste idee van allemaal? Komt van John Oliver, wie anders: surfende Peruviaanse alpaca’s.
3 gedachtes over “64. Wat is IS? Pt. Deux: de ISIS roundup”