Het werkt alleszins beter met beeld, dus voor dit artikel: geen foto, geen filmpjes, geen beelden. Wel: uitleg. Knowledge is power, enzo.
Stel je je klasgroep voor van het eerste middelbaar, als je je die nog herinnert. Stel je jezelf voor temidden van die groep. Misschien was jij één van de haantjes de voorste, die altijd met alles weg kwam en de ideeën lanceerde waar iedereen mee meedeed. En wie niet meedeed, tja, die was niet tof genoeg , die hoorde er gewoon niet bij. Niet de fout van de groep dat er altijd eentje was die toch eerlijk zei dat ze de taak wel gemaakt had, hoe vaak jullie ook afspraken om daarover te liegen. Maar zo iemand vraag je ook niet mee om iets te gaan drinken (ze zegt toch neen), en zo iemand nodig je zeker niet uit op je feestje. Ben je mal?
Iedere groep heeft zo’n seutje. Iedere groep heeft ook een leider, en die leider raakt gewoon om de touwtjes in handen te hebben. Wanneer dat mis loopt, dan moet de orde hersteld worden. Als plots drie of vier mensen besluiten dat hun punten belangrijker zijn dan rondhangen in de gangen tijdens een studie-uur, dan moet er ingegrepen worden. Maar hoe doe je dat, als leider? Gemakkelijk: je toont wat er gebeurt met mensen die zich van jouw leiding afkeren. Die vier? Die gaan we ook uitsluiten. Misschien verdwijnt er eens een pennenzak uit één van hun boekentassen. Misschien steekt iemand hun haar in brand. Misschien is er een ongelukje met een inktbuisje en een taak. Misschien weet niemand dan wie dat gedaan heeft. Misschien zegt de groep zelfs dat er niks gebeurd is. Ze moeten zich maar niet zo aanstellen, wat een losers.
En dan keert de rust terug in de groep: iedereen weet immers dat ‘niet in de pas’ lopen gevolgen heeft, en dat die gevolgen onvoorspelbaar zijn. Je kan er ook niemand voor aanspreken: stel dat je ergens wil gaan vertellen dat je uitgesloten wordt, dat er dingen gestolen worden van jou, dan wordt het alleen nog erger. Uit angst voor wat er zou kunnen gebeuren, sluit iedereen zich aan bij de groep. De orde is hersteld. De leider heeft weer de leiding.
Dit is hoe pesten werkt. Maar eigenlijk is pesten gewoon een heel concrete en individuele toepassing van de strategie van de angst.
Het veroorzaken van angst is een machtig wapen. De overheid gebruikt dat wapen ook: we zijn bang om gestraft te worden of beboet te worden, en daarom houden we ons aan de wet. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens beschermt mensen voor een overdreven inzetten op angst door de overheid [x]: daarom kan je bijvoorbeeld niet zomaar gearresteerd en berecht worden, en kan de overheid niet zomaar je eigendommen afnemen. In dictaturen ga je dit soort praktijken veel vaker zien terugkomen: mensen worden veroordeeld zonder advocaat of proces, de overheid kan een heel dorp ontruimen om een dam te bouwen, of geweld tegen een minderheidsgroep wordt niet bestraft. Maar wanneer de overheid het doet, is het wel legaal… en dus geen terrorisme. Een voorbeeld: in China werd onder het regime van Mao een man geëxecuteerd omdat hij vond dat mango’s er een beetje uitzagen als zoete aardappelen [x]. Zo weet de hele bevolking van dat dorp meteen dat er met de machthebbers niet gespot wordt.
Niet alleen de overheid gebruikt trouwens angst als wapen: iedereen die een beetje macht in handen krijgt, gebruikt het. We zijn bang om onze job kwijt te geraken, en daarom eisen we niet teveel van onze werkgever. Wij willen geen nota krijgen, en dus luisteren we naar de leerkracht. We zijn bang om ziek te worden, dus we nemen de pilletjes die de dokter ons voorschrijft. We zijn bang om niet het meeste van ons leven te maken, dus we kopen de dingen die de reclame ons toont als ‘must haves’. We zijn bang om er niet bij te horen, om iets te missen, en dus zeulen we onze gsm overal mee naartoe. We zijn bang om onze ouders teleur te stellen, en dus doen we ons best om braaf te zijn.
Had je er nog nooit bij stil gestaan hoeveel dingen je doet omdat je bang bent voor de gevolgen? Dat is omdat we al van kleins af aan leren dat dit een strategie is die nu eenmaal hoort bij een bepaalde vorm van macht hebben.
Terrorisme stamt van het Latijnse terror, wat angst betekent. Het is een politieke en militaire strategie die gebruikt maakt van kleine, onverwachte acties om een specifiek doel te bereiken door paniek te zaaien bij een bevolking(sgroep). En: het is illegaal. Een overheid die op dezelfde manier geweld gebruikt, is niet terroristisch. Een overheidsleger dat dit soort tactieken gebruikt in een burgeroorlog of een erkend gewapend conflict, is niet terroristisch. Terreur is de militaire strategie van revolutionairen, politieke dissidenten en afscheidingsbewegingen.
Stel dat ons seutje actie zou nemen? Stel dat zij degene is die pennenzakken steelt, taken verscheurt en haar in brand steekt? Stel dat ze dat op zo’n slimme manier doet dat niemand ooit kan bewijzen dat zij het was? Wat gebeurt er dan? Ja, de groep zou haar harder kunnen gaan aanpakken, maar ze kunnen zich alleen tegen haar beschermen als ze haar echt uitschakelen – door haar van school weg te pesten of het ziekenhuis in te slagen (maar kan ze niet vanuit het ziekenhuis een anonieme brief naar jouw moeder sturen om te vertellen dat je naaktfoto’s van jezelf naar een oudere jongen gestuurd hebt?). Er is geen enkele manier om haar te stoppen, en dus is er maar één optie: proberen te achterhalen wat ze wil, en haar dat geven.
Misschien wil ze gewoon wraak? Misschien is haar doel gewoon om de orde uit de groep weg te blazen, om de leider van haar troon te stoten en te laten voelen wat zij gevoeld heeft. In dat geval is ze niet te stoppen – en dat is de akeligste vorm van angst: de angst die nooit ophoudt.
Zo werkt terrorisme dus: een individu of een groep gaan een stuk van de macht in de samenleving overnemen van de overheid en alle andere machtsinstellingen door onvoorspelbare chaos te veroorzaken, en daardoor enorme angst. Die angst maakt dat de samenleving vertrouwen verliest in de machtshebbers en zich tegen die overheid gaan keren, waardoor de terroristische organisatie zijn doel kan bereiken.
Dat doel kan vanalles zijn [x]: van het uiten van individuele woede en frustratie zoals bij Timothy McVeigh of de London Nail Bomber, over een verandering in het politieke klimaat (de rechtse rakkers van Blut Und Boden, de linkse CCC, de anarchisten van Parijs, de islamisten van al-Qaida of de nationalisten van de IRA en de ETA) tot het creëren van instabiel klimaat om gemakkelijker criminele activiteiten uit te kunnen oefenen (kijk bijvoorbeeld naar de verwevenheid tussen Het Lichtend Pad en de drugshandel in Colombia, of de link tussen heroïnehandel en de Taliban in Afghanistan).
Soms is het doel van de actie iets wat wij als gemeenschap eigenlijk wel goed vinden, en zodra de terroristen in kwestie hun doel bereikt hebben, noemen we hen geen terroristen meer maar vrijheidsstrijders: het verzet tegen de Duitsers in Wereldoorlog II zouden wij nu geen terrorisme meer noemen, maar eigenlijk was het dat wel; en Nelson Mandela werd gearresteerd als terrorist door het Apartheidsregime. In die gevallen waren de overheden waartegen de burgers reageerden zo walgelijk en onverdedigbaar, dat we van de weeromstuit de terroristen gaan omarmen zijn. Op dezelfde manier zal je in het Israëlisch-Palestijnse conflict [x] sommige mensen horen spreken over ‘zelfmoordterroristen’, anderen over ‘zelfmoordactivisten’ en nog anderen over ‘gewapend verzet’ of ‘martelaren’. Aan de hand van welk woord men gebruikt, zie je al welke kant die persoon kiest in het conflict.
De belangrijkste conclusie is meteen de moeilijkste: je kan je eigenlijk niet wapenen tegen terrorisme, want dan moet je je wapenen tegen alles en iedereen. Zo creëer je een koude samenleving, zonder vertrouwen en zonder privacy of vrijheid – en dat is exact het soort samenleving waar niemand in wil wonen, en waar de terroristen dus nog meer aanhangers kunnen rekruteren. En als je je niet kan wapenen, kan je je ook niet beveiligen.
Gelukkig is de effectiviteit van terrorisme volledig afhankelijk van de reactie van de samenleving. Als die samenleving ineen krimpt van angst, dan werkt de strategie. Als ze daarentegen sterk blijft staan en niet toegeeft aan angst, dan is het een strategie die op langere termijn gedoemd is om te mislukken.
Laten we afsluiten met een voorbeeld van hoe angstig we reageren op terrorisme. Als je aan mensen vraagt hoe acuut de dreiging is, dan merk je dat heel wat mensen lijken te geloven dat er elke dag wel ergens in Europa een aanslag gepleegd wordt. Als je hen vraagt om zo’n terrorist te omschrijven, dan komen ze al snel uit bij een bebaarde moslim met Arabische roots.
Hier zijn de cijfers: in 2013 waren er 152 aanslagen op Europese bodem die door Interpol als “terroristisch” werden omschreven. Slecht 2 daarvan waren islamistisch van aard, 84 aanslagen werden gepleegd door nationalisten en/of separatisten.
In 2014 waren er volgens het Amerikaanse State Department [x] 13.463 aanslagen, waarbij iets minder dan 33.000 mensen omkwamen, en iets minder dan 35.000 mensen gewond geraakten. Als we er even van uit gaan dat er niet dramatisch veel méér aanslagen waren in Europa dan het jaar ervoor, dan betekent dat dat we in Europa met nog geen 1.3% van alle terroristische aanslagen wereldwijd zitten.
Dataverwerkingsfirma Periscope maakte een analyse van de globale terreur van 1970 tot 2013 [x]. (The Atlantic deed hetzelfde in dit artikel.) Het is een heel interessante site om eens je licht over te laten schijnen. Zo noteren zij IS, het voormalig al-Qaida in Irak, als de groep met het grootste aantal slachtoffers (bijna 27.000 van 2002 (toen nog als al-Qaida in de Irakoorlog) tot 2013) maar met een heel lage geografische spreiding, en dat is normaal: zelfs na 2013 is IS amper actief geweest buiten Irak en Syrië, omdat het over een burgeroorlog gaat. Het terrorisme van IS is gericht tegen de eigen bevolking en overheid, ook al lokt het heel wat buitenlandse strijdkrachten. Hezbollah, de Libanese islamistische organisatie die een belangrijke rol speelt in het Israëlisch-Palestijnse conflict, heeft daarentegen een pak minder aanslagen gepleegd en slachtoffers gemaakt, ook al bestaan ze al drie keer zo lang, maar wel in 17 verschillende landen.
Waarom is dat belangrijk? De media berichten heel vaak over Syrië en Irak, en dat is deels omdat het een erg tragische situatie is (en dat is altijd goed voor nieuwsmakers), maar ook omdat we er zelf de gevolgen van ondervinden: onze jongeren vertrekken naar daar als islamistische strijders of tienerbruidjes, vluchtelingenstromen komen eindelijk tot voorbij de grens van Turkije en de dreiging komt af en toe akelig dichtbij met geïsoleerde incidenten op Europees grondgebied. Maar dat beeld van onze televisieschermen en smartphones en iPads… dat beeld is fout, en het dient ook een duidelijke politieke agenda: zolang onze aandacht op het oosten gevestigd is, klagen we niet teveel over hier en nu. En als we er toch over klagen, dan wijzen de machthebbers heel snel richting oosten: kijk daar, en wees bang.
En dan zijn we terug bij het begin: terrorisme gebruikt niet alleen angst, maar terrorisme wordt ook gebruikt om ons bang te maken. Nochtans is het meestal een wapen in burgeroorlogen, zoals de cijfers ook heel duidelijk uitwijzen. Als je in Nigeria woonde of Irak, dan zou de angst voor een terroristische en zelfs islamistische aanslag heel terecht zijn. Maar in Europa? (Vox berekende het voor de V.S.: daar moet je banger zijn voor je meubelen, dan voor ISIS. [x])
Het beste medicijn tegen angst blijft kennis. Dus informeer je, en wees kritisch.
Meer lezen:
30. Wat is IS? bespreekt o.a. de militaire logica achter hun strategie.
Knack publiceerde een artikel over wat terrorisme nu precies is, en hoe het woord politiek gebruikt wordt, naar aanleiding van de aanslag op een zwarte kerk in Charleston in de V.S. in juni 2015. De vraag wordt gesteld wie bepaalt of een racistische aanslag geen terrorisme is als de dader een blanke nationalist is, maar wel als het over een moslim gaat; maar verwijst ook naar de moeilijkheid binnen de V.N. om tot een definitie te komen.
Cenk Uygur bespreekt dezelfde vraag voor The Young Turks naar aanleiding van een mislukte aanslag op een abortuskliniek door een christelijke fundamentalist: waarom wordt deze man geen terrorist genoemd?
Jeff Eggers schreef voor New America een stuk over de gevolgen van politiek die zwaar op angst gebaseerd is, en hoe dit de burgers beïnvloedt maar ook een self fulfilling prophesy wordt.
In een gesprek in het Radio 1-programma Interne Keuken naar aanleiding van de aanslag op Charlie Hebdo in januari 2015, vertelde Rik Coolsaet over het anarchistische terrorisme dat meer dan 100 jaar geleden Europa in de ban hield, en analyseert de mechanismen achter die ‘organisatie’ en hoe hun neerwaartse spiraal en uiteindelijke falen ons hoop zou moeten geven, omdat elke terroristische beweging uiteindelijk hetzelfde lot beschoren is.
Listverse geeft een overzicht van 10 terroristische aanslagen die illustreren hoe uiteenlopend terroristische acties kunnen zijn, maar wijst eveneens op hoe veilig onze huidige Europese situatie is. Eén van die aanslagen wordt uitgebreid gesproken in een interview met journalist en auteur Eric Burns voor Salon. Hij beschrijft het klimaat voor en na de aanslag op Wall Street in 1920, en trekt parallellen met 2015.
Listverse geeft ook een overzicht van 10 bloedige momenten uit de Franse Revolutie. Hoewel je meer nuance nodig hebt om zo’n conflict goed te kunnen begrijpen, wordt er niet zonder reden over terreur gesproken: zowel de voor- als tegenstanders van de Revolutie gebruikten terreur om hun doel te bereiken, en zelfs na de revolutie en de vestiging van een ‘Verlichte’ staat gebruikte de overheid nog dezelfde methodes om de overblijvende macht van de aristocratie en de Kerk te breken. Maar eens je de overheid bént, zijn jouw middelen natuurlijk wel legaal…
The Young Turks bespreken Christian Bales opmerkingen over Mozes als terrorist en de reactie van de Amerikaanse media hierop. Bale kreeg de vraag naar aanleiding van zijn film Gods & Kings, een verfilming van het Bijbelverhaal uit Exodus, en hij vergeleek de tien plagen met aanslagen op het Egyptische volk en met Mozes als een terroristische rebellenleider. Zowel zijn analyse als de reactie erop tonen mooi hoe vrijheidsstrijder/terrorist dicht bij elkaar liggen, en het beoogde doel vaak belangrijker geacht wordt dan de slachtoffers.
Naom Chomsky werd hierrond geciteerd op De Wereld Morgen naar aanleiding van de aanslag op Charlie Hebdo in januari 2015. Hij spreekt over het verschil tussen ‘ons’ en ‘hun’ terrorisme.
Russell Brand wijdde heel wat van zijn Trews-vlogs aan de war on terrorism, maar deze sprong er voor mij uit: hier spreekt hij over de hypocrisie van een minuut stilte voor slachtoffers van terrorisme als tot die minuut stilte wordt opgeroepen door dezelfde mensen die dat terrorisme mogelijk maken (en hij gaat in op iets wat ik hier niet uitgelegd heb, namelijk ons westers aandeel in de conflicten in het Midden-Oosten) en spreekt ook over positieve voorbeelden.
6 gedachtes over “62. Hoe werkt terrorisme?”