
Faces of Refugees III door Nonny Dutton (WonderLemming) Palestijnse vluchtelingen in het Jenin Vluchtelingenkamp, Westelijke Jordaanoever.
De termen vliegen je om de oren, maar wat betekenen ze? Zoals gewoonlijk worden er heel wat termen door elkaar gebruikt, vaak in argumenten die – wanneer je nagaat wat er bedoeld wordt – niet veel steek houden, omdat ze over de foute bevolkingsgroepen gaan.
Dus laten we ze eens op een rijtje zetten.
Migranten zijn mensen die hun eigen regio, land of continent verlaten en zich elders vestigen. Dat kan tijdelijk zijn, bv. voor de duur van een opdracht of opleiding, of permanent. In de streek die je verlaat, word je een emigrant genoemd, in de streek waar je naar toe trekt ben je dan een immigrant. Wie na zijn studies in Leuven blijft hangen en niet terugkeert naar het ouderlijke nest in Wervik, emigreert uit Wervik en immigreert in Leuven. Migratie is dus niet alleen iets van landen en nationaliteiten.
Hetzelfde geldt voor vluchtelingen. Een vluchteling is iemand die zijn regio, land of zelfs continent verlaat omdat het waar hij was niet langer goed leven is. Je slaat dus op de vlucht voor armoede, hongersnood, ziekte, vervolging, onderdrukking, geweld, oorlog… Bedenk het maar. Een vluchteling kan dus ook binnen zijn eigen land vluchten: Joodse verstekeling zoals Anne Frank waren vluchtelingen in eigen land.
Iets anders zijn mensen met een vluchtelingenstatuut. Nu komen we op politiek terrein. Internationaal zijn er immers een aantal verdragen gesloten, en voor landen die die verdragen ondertekend hebben, zijn er richtlijnen voor wanneer een migrant aanspraak maakt op een vluchtelingenstatuut.
Het belangrijkste verdrag daar is de Conventie van Genève. De volledige naam van dat verdrag is het Internationaal Verdrag Betreffende de Status van de Vluchtelingen. Het werd opgesteld in Genève, Zwitserland (niet toevallig een neutraal land), in 1951. Het werd opgesteld en onderhandeld door de landen van de Verenigde Naties (waar niet elk land lid van is), en sloeg in eerste instantie op mensen uit conflicten van voor die datum. In 1967 werd er een bijkomend protocol opgesteld voor nieuwe conflictsituaties, zodat de tekst altijd bruikbaar is. [Een uitgebreide geschiedenis van het ontstaan van de verdragscultuur en de verschillende Genève-documenten vind je op De Wereld Morgen.]
Eigenlijk is dit verdrag een uitwerking van Artikel 14 van de Universele Verklaring van de Rechten van Mens, dat opgesteld werd in 1948, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Artikel 14 stelt o.a. dat “ieder het recht [heeft] om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging” van politieke aard. (De eenvoudige versie, voor wie eigenlijk wel eens wil weten van z’n rechten zijn, vind je hier.)
De Conventie van Genève bepaalt hoe een land aan de plicht kan voldoen om asielzoekers op te vangen en te beschermen.
Om te beginnen geeft het een definitie van een vluchteling.
Een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren. Indien een persoon meer dan één nationaliteit bezit, betekent de term “het land waarvan hij de nationaliteit bezit” elk van de landen waarvan hij de nationaliteit bezit. Een persoon wordt niet geacht van de bescherming van het land waarvan hij de nationaliteit bezit, verstoken te zijn, indien hij, zonder geldige redenen ingegeven door gegronde vrees, de bescherming van één van de landen waarvan hij de nationaliteit bezit, niet inroept. [x]
Niet elke asielzoeker zal dus erkend worden als vluchteling. Hij of zij moet aan een aantal criteria voldoen, zoals in de quote hierboven beschreven: haar/ zijn leven moet aantoonbaar in gevaar zijn omwille van (terecht gevreesde) (politieke) vervolging waartegen in haar / zijn eigen land geen bescherming geboden kan worden.
Een burgeroorlog bijvoorbeeld, waarbij een rebellenleger alle blanken afslacht, is een legitieme reden om als vluchteling erkend te worden. Je buur die je probeert te doden omdat je blank bent, is dat dan weer niet. Maar extreme hongersnood waar het corrupte regime in je land zelfs niets aan probeert te doen, is geen criterium. In dat geval spreken we van ‘economische’ vluchtelingen. In heel wat internetdiscussies hoor je dan het woord ‘gelukszoeker’ opduiken: iemand die eigenlijk geen reden heeft om zijn land te verlaten, maar gewoon een toffere job wil, of meer luxe. Dat is een misvatting: omdat het verdrag alleen spreekt over vluchtelingen als er een gebrek aan bescherming vanwege de overheid is tegen vervolging (of als de overheid zelf vervolgt), is er een hele groep mensen die ook de dood riskeren in eigen land door gebrek aan voedsel en medicatie, maar die geen recht hebben op asiel volgens de internationale verdragen.
Naast het niet voldoen aan de criteria, zijn er ook nog uitsluitingsgronden op basis waarvan de overheid asiel kan weigeren. Je hebt geen recht op asiel als:
- je een oorlogsmisdrijf gepleegd hebt, of een misdrijf dat de mensenrechten schendt. Syriëstrijders zijn dus bij voorbaat uitgesloten van asiel. Er zijn wel een aantal uitzonderingen, bv. voor kindsoldaten.
- je in eender welk ander land dan datgene waar je asiel vraagt, een ernstig misdrijf begaan hebt. Iemand die ooit voor moord veroordeeld is, is dus bij voorbaat uitgesloten van asiel.
- als je gevlucht bent via een veilig land en daar asiel had kunnen aanvragen, maar het niet gedaan hebt. Mensen waarvan men bv. kan bewijzen dat ze asiel hadden kunnen aanvragen in Griekenland, zijn dus bij voorbaat uitgesloten van asiel.
Het is dus vrij moeilijk om in België als asielzoeker een vluchtelingenstatuut te krijgen, aangezien wij bijna altijd bereikt worden via een veilig land. Een belangrijke uitzondering hier zijn mensen die via mensensmokkelaars in België terecht komen, aangezien zij vaak geen enkele mogelijkheid hebben om op hun route ‘af te stappen’.
Niet elk land heeft de Conventie van Genève ondertekend. Je kan zo al raden dat Noord-Korea, bijvoorbeeld, niet happig is op het verplicht toelaten van asielzoekers. De meeste landen hebben wel een deel van het verdrag ondertekend – de gehele tekst beslaat immers vier Conventies en drie protocollen. De laatste herziening, Protocol III, dateert nog maar van 2005. En sommige landen bestonden toen ook gewoon nog niet.
In de geciteerde tekst wordt ook gesproken over iemand die geen nationaliteit bezit. Zo iemand noemen we staatloos. Een staatloze is volgens het Verdrag betreffende de status van Staatlozen van 1954 ‘een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd’. Omdat dat heel moeilijk te bewijzen valt, volstaat het om aan te tonen dat je geen nationaliteitserkenning (meer) hebt in een land waar je een natuurlijke band mee hebt: je geboorteland, waar je familie vandaan komt, het land waar je werkt en verblijft,…
Denk even terug aan het voorstel om Syriëstrijders hun nationaliteit af te nemen… Dat kan dus alleen als ze er twee hebben: een Belgische, en nog een andere. Anders maken we iemand staatloos, en België heeft zich geëngageerd om dat niet te doen. Daarom is elk kind dat op Belgische bodem geboren wordt, ook als er geen gekende ouders zijn, en elk kind uit Belgische ouders dat in het buitenland geboren wordt, automatisch Belg.
Dus, kort samengevat: tenzij je je leven lang in je eigen dorp blijft wonen, zijn we allemaal migranten. Elke asielzoeker is een migrant, maar niet alle migranten zijn op de vlucht. Niet elke asielzoeker zal erkend worden als vluchteling, zelfs niet als hij of zij écht op de vlucht is.
2 gedachtes over “57. Vluchtelingen, migranten, asielzoekers…. Wie is nu wie?”