1. Ja, eigenlijk…
Laten we beginnen met het subjectieve antwoord. Voor mij is het: fysiek niet kunnen opstaan hoewel je honderd keer tegen jezelf zegt beweeg, niet willen gaan slapen terwijl je zo moe bent dat je ogen dicht vallen. Niet enthousiast zijn terwijl je naar je favoriete film zit te kijken. Weten dat je het niet slecht doet, en toch voortdurend ‘beseffen’ dat je dom, waardeloos, dwaas, kinderlijk,… een mislukkeling bent. Maar vooral: moe zijn. Tot in het kraken van je botten, tot in het oneindige, moe zijn.
De hyperrealiteit van depressie is heel individueel, maar de symptomen zijn dezelfde. Hyper, inderdaad, want mensen met depressie denken dat ze de wereld veel juister en helderder zien dan ervoor. Dat hun gebrek aan eigenwaarde eindelijk een correct zicht hebben op zichzelf is, en hun sombere blik op de wereld gewoon realiteitszin. En aangezien onze samenleving ons aanmoedigt om kritisch te zijn, door ons voortdurend met negatieve feedback te bekogelen vanaf het moment dat we oud genoeg zijn om een rapportschriftje mee te krijgen, denken we dat kritisch zijn goed is, juist is.
Depressie, het zal u niet verbazen, wordt in België gemiddeld een jaar tot vijf jaar te laat vastgesteld.
Het is helaas ook niet gemakkelijk vast te stellen: er zijn geen bloedtesten voor of CT-scans van je hoofd, geen MRI’s, en zelfs plassen in een potje leert je niet voldoende om een diagnose te stellen. Aan het einde van dit artikel maak ik een checklist, en als je daar overwegend vinkjes achter kan zetten, is de kans groot dat je een depressie hebt. Ga dan naar een dokter.
Het is alleszins niet: een dipje hebben, sip zijn, droevig zijn, wenen in een hoekje. Auteur Andrew Solomon stelt het in zijn fantastische TED-talk als volgt: The opposite of depression isn’t happiness, it’s vitality.
Depressie is niet, zoals je misschien zou denken, een modern fenomeen. Vroeger heette het melancholie, en heel wat historische figuren waar we over leren in geschiedenislesjes en die bejubeld worden op kalenders en in net-iets-te-saaie programma’s op Canvas, werden door tijdgenoten omschreven als melancholisch. Bekende voorbeelden zijn Abraham Lincoln, Ernest Hemingway en Winston Churchill. Ik schreef eerder al over Martin Luther King, en hoe diens depressie zijn werk beïnvloedde.
Voor we de wetenschap induiken is het misschien interessant om eens te kijken naar hoe mensen met depressie zelf uitdrukking geven aan hun ziekte. Op Hyperbole and a Half vind je bijvoorbeeld twee fantastische strips over de ervaringen van de cartooniste met haar eigen depressie (je vindt ze hier en hier). De Litouwse animator en filmmaker Signe Baumane maakte een film over haar familie, waarin de genetische belasting die verantwoordelijk is voor haar eigen levenslange strijd met depressie centraal staat. Nog een film over depressie is Lars von Triers Melancholia, geschreven door de filmmaker zelf in een poging zijn eigen depressie van zich af te schrijven.
Zangeres en songschrijfster Sia deed recent nog stof opwaaien met de video Elastic Heart, waarin Maddie Ziegler en acteur Shia LaBoeuf haar interne worsteling proberen weer te geven. Hoewel er ontzettend veel nummers geschreven zijn over depressie, blijft dit voor mij de meest waanzinnig accurate versie: Only van Nine Inch Nails. Laat je niet afschrikken door de discovibe, hij zingt weldegelijk: I just made you up, to hurt myself.
En als je je ooit afgevraagd hebt waarom geen enkel sprookje van Andersen goed afloopt? Hans Christian Andersen, hij van Het lelijke kleine eendje, leed niet alleen aan een bipolaire stoornis, maar had ook anorexia. Al werd hij door zijn tijdgenoten zelfs niet melancholisch genoemd, maar simpelweg excentriciteit.
2. Wat zegt de wetenschap?
Naar schatting 350 miljoen mensen wereldwijd lijden aan depressie elk jaar. Sommigen van hen zijn repeat offenders: ze hervallen of zijn chronisch ziek. Maar een groot deel van hen is ‘nieuw’ en lijdt slechts een beperkte tijd aan de ziekte. En het is, weldegelijk, een ziekte.
Depressie is een stemmingsstoornis. Het is dus geen leer-, ontwikkelings-, gedrags- of persoonlijkheidsstoornis. Dat is niet onbelangrijk: in het dagelijkse gebruik zeggen we vaak ‘ik ben depressief’, terwijl we zelden zeggen ‘ik ben griepig’ of ‘ik ben kankerig’.
Depressie is een stoornis, omdat het je gewone gedrag verstoort en ook je contact met de omgeving danig in de war kan sturen. Hoewel depressie een grote invloed kan hebben op leren, ontwikkelen, gedrag en persoonlijkheidsvorming zit de stoornis niet op die aspecten van mens-zijn, maar op de gemoedstoestand: die is ontregeld. Je bent moe en lusteloos zonder dat je je ingespannen hebt; droevig hoewel je daar niet veel reden toe hebt; kortaf en geïrriteerd hoewel er eigenlijk niks is om je aan te storen; of ongelofelijk enhousiast en energiek terwijl je je vanbinnen bekaf en doodongelukkig weet.
Je voelt niet wat je weet dat je zou moeten voelen. Dat is een stemmingsstoornis.
Er zijn drie grote stemmingsstoornissen: monopolaire of unopolaire depressie, bipolaire depressie en dysthymie. Dysthymie is een langdurige milde vorm van monopolaire depressie, maar door de duurtijd (dysthymie is bijna altijd chronisch) kunnen er wel ernstige complicaties optreden. In de DSM-5 wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen chronische monopolaire depressie en dysthymie, hoewel de oorzaken en beleving weldegelijk anders zijn.
Depressie kan dus mono- of unipolair zijn; of bipolair zijn. Bij een monopolaire depressie voel je je gedurende een langere, aaneensluitende periode (minimaal twee weken) somber en/of lusteloos. Dit is de gewone, reguliere depressie waar de meeste patiënten mee te maken krijgen. Bijzondere monopolaire depressies zijn post-partumdepressie (de spreekwoordelijke baby blues) en winterdepressie (in het Engels kreeg dit het mooie acroniem SAD).
Een bipolaire depressie wisselt die lusteloze periodes af met heel hyperactieve, manische periodes – vandaar de oude naam manische depressie. Vincent Van Gogh had wellicht een bipolaire stoornis, net als auteur Virginia Wolf. Van Winston Churchill weten we dat zeker: hij omschreef de chronische ziekte die voortdurend over hem hing als zijn black dog. Acteur, auteur en presentator Stephen Fry, die zelf lijdt aan een chronische bipolaire stoornis, maakte voor de BBC een fascinerende documentaire over bipolaire depressie, The Secret Life of the Manic Depressive.
Depressie kan tijdelijk zijn, maar ook chronisch. In het geval van een chronische depressie zijn de kenmerken altijd in meer of mindere mate aanwezig, of zijn de periodes waarin ze afwezig zijn zo schaars dat je over een chronische conditie kan spreken. Muzikant en acteur Rick Springfield, jeugdheld van Foo Fighter Dave Grohl, spreekt hier over zijn worsteling met chronische depressie, die de kop opstak toen hij 15 was. Voor hem is het enige wat echt werkt met muziek bezig zijn.
Soms heeft een depressie een duidelijke aanleiding: een moment waarop het ‘begonnen’ is. Omgevingsfactoren die voor extreme of langdurige stress zorgen, kunnen een depressie veroorzaken. Ons lichaam is immers maar bestand tegen een bepaalde hoeveelheid stress, en als de rek eruit is, dan is het vat af. Of om het zonder metaforen te zeggen: het stress-stop-systeem raakt overbelast of werkt niet, en stress tast je immuunsysteem en zenuwen aan. Je lichaam verliest zoveel energie met het bestrijden van die stress, dat je oververmoeid geraakt. En oververmoeidheid uit zich niet alleen als fysieke vermoeidheid, maar ook als dwanggedachten, negativiteit, lethargie en een heel arsenaal mentale en fysieke klachten, van pijnlijke gewrichten tot psychotische episodes.
Soms lijkt er geen aanleiding te zijn. De oorzaak ligt dan niet in externe factoren, maar bij de patiënt zelf. Sommige mensen worden geboren met een deficiënt stress-stop-systeem, sommige mensen hebben een neiging tot over- of onderproductie van serotonine, anderen hebben een eerder introvert of neurotisch karakter… Onderzoekers denken dat depressie voor ca. 40% genetisch bepaald is: wie een ouder of grootouder heeft die ermee worstelde, loopt een groter risico om het zelf ook te ontwikkelen. Maar dat betekent nog niet dat het sneller vastgesteld wordt.
Algemeen werd lang aangenomen dat de productie van serotonine een belangrijke rol speelt in het ontwikkelen en dus ook het bestrijden van depressie, vandaar dat antidepressiva grotendeels rond dat gegeven gebouwd zijn. Maar die theorie staat onder druk, o.a. door de vaststelling dat een teveel aan serotonine ook problematisch kan zijn.
Een observatie is alvast dat de hippocampus, het centrum van de hersenen voor o.a. geheugen en emotie, kleiner dan gemiddeld is bij mensen met een depressie. De echte werking van antidepressiva ligt dus niet meteen in het stimuleren van serotonine, maar in het stimuleren van neurogenese, het aanmaken van nieuwe hersenencellen.
Daarnaast zijn er onderzoekers die depressie herformuleren als een ontstekingsreactie op een overbelasting van het immuunsysteem. In dat geval zou kurkuma weleens een wondermiddel kunnen blijken. Nog een andere hypothese is dat de chemische oorzaak niet zozeer ligt bij signaalstoffen in de hersenen, maar bij wat er in de cellen gebeurt wanneer ze onder stress komen te staan.
Depressie wordt vaak te laat vastgesteld, omdat mensen van zichzelf niet denken dat ze ziek zijn. Ze zijn zo gewend aan de hun lage energie niveau en sombere ingesteldheid, dat ze die niet als problematisch of ongezond ervaren. Een laag zelfbeeld is tegelijk oorzaak en symptoom van depressie, maar verhindert ook dat mensen hun eigen klachten ernstig nemen.
In onze maatschappij, waar we gedwongen worden om te blijven presteren en ons vooral niet aan te stellen, en waar blinkende blije mensen ons vanop elke straathoek en doos ontbijtgranen aanstaren, is toegeven dat je niet mee kan, dat je vergeten bent (of nooit geweten hebt) hoe je simpelweg moet leven, een beschamende en vernederende bedoeling.
3. Coping: strategieën om met depressie om te gaan
Hoewel depressie duidelijk een ziekte is, ook als een patiënt er levenslang mee worstelt, is “genezing” geen gemakkelijk woord om in deze context te gebruiken. Beter is eigenlijk: Hoe ga ik ermee om?
Wie een depressie heeft, of in een depressieve fase zit, zou kunnen baat hebben bij een aantal van deze tips. (Ik heb uit alle links en bronnen alleen die dingen gefilterd waarvan ik zelf ook geloof en/of weet uit ervaring dat ze effectief werken.)
1. Blijf er niet alleen mee zitten
- Zoek hulp. Ga naar je huisarts en vraag om een doorverwijzing. Zoek een psycholoog waar je je goed bij voelt. Ga desnoods langs bij een psychiater. Spreek mensen aan die iets soortgelijks meegemaakt hebben, en vraag hen om raad. Zoek dingen op die je niet begrijpt. Kennis is macht.
- Blijf contact houden met vrienden. Depressie is niet de meest aangename ziekte om te hebben, niet voor jezelf, en niet voor anderen. Eén van de effecten is dat je jezelf gemakkelijk als een last ervaart, en je anderen daarmee niet wil opzadelen. Mensen met een depressie zijn ook bang om niet meer fijn gevonden te worden als vrienden en kennissen ook hun depressieve buien zien. Het risico bestaat dus dat je je begint te isoleren, maar eenzaamheid is net een trigger. Breek uit die vicieuze cirkel, en ga er van uit dat jouw vrienden jou net zo graag willen helpen als jij hen.
- Communiceer. Spreek. Schrijf. Leg uit. Niet tegen iedereen, en niet meteen alles, maar zoek mensen bij wie je je goed voelt en die je vertrouwt, en spreek met hen. Leg uit wat je geleerd hebt over depressie, welke medicatie of therapie je gebruikt om beter te worden, hoe je je dag indeelt, hoe je je voelt.
2. Zorg goed voor je lichaam
- Bouw een soort routine op, ook als je heel moeilijk uit je bed geraakt. Probeer op hetzelfde uur op te staan, en op hetzelfde uur te gaan slapen; en probeer te weerstaan aan de drang om overdag te slapen. Als het eens niet lukt, is dat niet zo heel erg – wees niet boos op jezelf. Ook als je een uur gewoon naar het plafond ligt te staren, is het best om je aan je uren te houden. Je hersenen gaan na verloop van tijd vanzelf aan dat ritme wennen, maar dat kan een aantal weken duren.
- Verzorg jezelf: poets je tanden, kam je haar, neem lange douches. Zolang je kan, en van zodra je terug kan, trek echte kleren aan van zodra je opgestaan bent. Weersta een de verleiding om een hele dag op de zetel te hangen in pyjama – dat lijkt aantrekkelijk in die Bridget Jones film, maar de waarheid is dat dit je alleen nog zieker maakt.
- Beweeg, beweeg, beweeg. Je lichaam maakt endorfine aan wanneer je beweegt, zelfs al is het maar een beetje, en endorfine is een natuurlijke blijmaker. Bewegen is niet noodzakelijk sporten: een wandelingetje naar de bakker, meedansen met je favoriete videoclip of vijf minuutjes yoga kunnen al voldoende zijn.
- Eet gezond en regelmatig, zelfs als je geen honger hebt. Dat van die appelsienen en citroenen is geen mythe: fruit en groenten leven je belangrijke vitaminen op, die je meteen een vitaler gevoel gaan geven en die je lichaam gezond houden ook als jij dat zelf eventjes minder belangrijk vindt. Granen en aardappelen (ja, die dingen die je van je Libelle-dieet moet laten) leveren serotonine op, zonder dat je je er daarna slecht bij voelt. Blijf weg van suiker en vet. Als je zin hebt in comfort food, eet een banaan. Serieus: als je depressief bent, is de banaan je beste vriend.
- Blijf weg van de televisie en de computer. Verslavend gedrag geeft ons ook serotonines, maar maakt je op lange termijn alleen nog apathischer en zieker.
- Blijf meteen in één moeite weg van alcohol, pijnstillers, weed, slaapmiddelen of andere drugs. De drang is groot om een oplossing te zoeken, en die is er: ga naar de dokter.
- Ga naar de dokter. Had ik dat al gezegd?
- Zoek de zon op! Licht is belangrijk voor onze gezondheid, vandaar dat winterdepressies (SAD) een echt ding zijn, en geen marketingtruc. Ga te voet naar de bakker, drink je ochtendkoffie op je balkon of bij je raam, ga een boekje lezen in het park… In de donkerste maanden is het belangrijk jezelf te dwingen om ’s ochtends de gordijnen open te doen van de kamer waar je je het vaakst zal bevinden, en om licht te maken wanneer het avond is. Ontdek de luxe van kaarsjes, of bespreek lichttherapie met je arts.
3. Ga zorgzaam om met je geest
- Wees geduldig met jezelf. Sommige dagen zijn goed, sommige dagen zijn minder, sommigen zijn ronduit slecht. Er staat geen termijn op beter worden, en dus moet je jezelf niet opjagen alsof je een deadline hebt. Die deadline zit alleen in je hoofd. Terug gaan werken na een time-out is ook een imaginaire deadline: de omstandigheden veranderen, maar jij hoeft dat niet te doen.
- Word je bewust van je triggers: welke dingen doen je piekeren, werpen je terug in je gevoel van hopeloosheid, maken je extra moe? Als je na elk bezoekje aan de Carrefour met superveel hoofdfijn thuiskomt en stijf staat van de stress, zoek dan een alternatief om je boodschappen te doen. De meest gangbare triggers zijn eenzaamheid (maar niet alleen zijn), drukte, stress, teleurstelling en fysieke pijn.
- Hou al je positieve ervaringen bij in een schriftje, een blog, via tekeningen of door ze naar een vriend te sms’en.
- Wees alert op negatieve gedachten. Hou voor jezelf bij hoe vaak je ze denkt, en bedenk tegenargumenten. Als je bijvoorbeeld de neiging hebt om regelmatig tegen jezelf te zeggen ‘Zie, je wel, je kan niets’, dan blijft dat hangen. Durf op zo’n moment luidop te zeggen: ‘Jawel, je kan wel mooi piano spelen’, ook al heb je net heel je avondmaal laten aanbranden. Er zijn heel veel soorten negatief denken, en wij westerlingen zijn er meesters in. Mogelijk gevaarlijk voor het verergeren of veroorzaken van depressie zijn:
- zwart-wit denken: “of ik word nu beter, of het zal nooit lukken”
- generalisering: “als ik dit niet kan, dan bewijst dat dat ik waardeloos ben”
- positieve gebeurtenissen kleiner maken dan ze zijn of zelfs helemaal negeren
- negatieve gebeurtenissen belangrijker maken dan ze zijn of zelfs volledig generaliseren
- proberen te achterhalen wat iemand anders denkt (zie eerst maar dat je weet wat je zelf denkt)
- gedrag en persoon verwarren, zowel voor jezelf (ik voel me stom, ik ben stom) als voor een ander (hij antwoordt niet op mijn sms, hij is mij beu)
- wat als
- negatieve etiketten: ik ben een loser, ik ben stom, ik ben lelijk,…
- vergelijken. Stop. Jij bent niet iemand anders.
- Spreek tegen jezelf zoals je tegen een geliefde zou spreken: wees kordaat maar geduldig, stel vragen, wees bemoedigend, bevestig de positieve dingen… Spreek tegen de kritische stem in je hoofd zoals je zou spreken tegen iemand die een geliefde aanvalt of afbreekt: corrigeer hem, geef tegenvoorbeelden, wees kortaf en negeert hem…
4. Doe dingen
- Blijf dingen doen die je vroeger fijn vond, ook al vind je ze nu op dit moment niet meer zo fijn. Om te beginnen zal het je helpen om actief te blijven, en dus niet in apathie te vervallen, maar het vormt ook een brug tussen je leven voor, tijdens en na een depressie of depressieve fase. Die coherentie is belangrijk, omdat het negeren van zo’n fase de kans groter maakt dat je hervalt.
- Probeer te ontspannen. Wees daar geduldig in, en ga op zoek naar activiteiten die je liggen waar je je hoofd heel weinig voor moet gebruiken: wandelen, dansen, zwemmen, tekenen, knutselen, heel gemakkelijke boeken lezen, klussen, tuinieren,…
- Maak een ‘blije doos’. Dat kan een schoendoos zijn waar je een knuffel in steekt, kaartjes die je graag nog eens leest, of een klein doosje met allemaal tips en uitdagingen…
4. Checklist
- je voelt je minder energiek dan normaal, lusteloos of zelfs apathisch
- je bent veel vergeetachtiger en verstrooider dan anders, zonder dat je korte termijngeheugen is aangetast (je kan nog wel nieuwe dingen leren)
- je hebt nergens bewust of actief zin in, en dingen die je normaal gezien heel fijn vindt, brengen je weinig tot geen positieve energie of gevoelens
- je slaapt amper, of net veel teveel
- je hebt bijna geen eetlust, of hebt net te neiging om teveel (en vaak heel ongezond) te eten
- je kan je niet concentreren, ook niet op gemakkelijke taken of dingen die je vroeger gemakkelijk vond
- je voelt je hopeloos en hulpeloos
- je kan je negatieve gedachten niet onder controle brengen, hoe hard je ook probeert
- je bent sneller geïrriteerd, minder geduldig en reageert sneller bruusk of agressief
- je bent besluiteloos, kan moeilijk keuzes maken hoe klein of onbelangrijk ze ook zijn (bv. welke sokken je wil aandoen of wat je op je boterham gaat doen)
- je zoekt je eigen grenzen op (drinken, kicks, seks, pijn,…)
- je hebt weinig zin in seks, en als je seks hebt lukt het vaak niet
- je hebt regelmatig het gevoel en/of het idee dat het leven niet veel zin heeft
Klinkt dit bekend? Ga langs bij de dokter!
Bronnen:
Helpguide: Depression Signs and Symptoms & Dealing With Depression
9 gedachtes over “47. Wat is depressie nu, eigenlijk?”