I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed: “We hold these truths to be self-evident: that all men are created equal.” I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood. I have a dream that one day even the state of Mississippi, a state, sweltering with the heat of injustice and sweltering with the heat of oppression, will be transformed into an oasis of freedom and justice. I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character. I have a dream today.
Deze woorden zijn wereldberoemd, voor sommigen zelfs beroemder dan de teksten die eraan ten grondslag lagen. De man die ze uitsprak, op 18 augustus 1963, was een doctor in de theologie. Hij vatte die studies aan na eerst versneld zijn middelbaar af te werken, en een BA te halen in sociologie. Hoewel hij als kind openlijk twijfelde aan heel veel aspecten van het christendom, werd hij dominee. Hij schreef zijn speeches zelf.[x] Zijn naam was Martin Luther King Jr. .
King is vooral bekend geworden als mensenrechtenactivist. In de jaren ’50 nam hij al actief de leiding in de bus boycott actie, gestart in navolging van Rosa Parks, en in 1957 richtte hij mee de SCLC op, waar hij ook leider van werd. Hoewel hij door de Amerikaanse overheid en geheime diensten gezien werd als een radicaal, mogelijk zelfs communistisch activist kreeg hij in 1964 de Nobelprijs voor de Vrede, voor zijn vreedzame protest tegen de rassensegregatie in de V.S. King ging daarna nog een stapje verder en sprak ook over ogenschijnlijk andere thema’s, zoals armoede, justitie en de Vietnamoorlog. King en zijn medestanders beseften echter maar al te goed dat de zwarte bevolking van de V.S. over gerepresenteerd was in die statistieken: meer zwarten waren arm, meer zwarten zaten in de gevangenis en meer zwarten kwam overzees om in Amerika’s anti-communistische oorlogen, zoals Korea en Vietnam.
Kings belangrijkste wapen was georganiseerd maar geweldloos protest: op straat komen, je stem laten horen, benoemen wat je verkeerd ziet gebeuren en werken aan oplossingen voor dit probleem. Geweldloosheid is een bijzonder belangrijk principe in Kings werk, en dit stamt vanuit zijn begrip van de christelijke liefde of agape. Hij omschrijft die agape als begripvolle, genadige goede wil voor alle mensen, een overvloedige liefde die niets in ruil vraagt, en elders zegt hij: “Agape is een bereidheid om alles te doen wat nodig is om gemeenschap te herstellen… Als ik op haat reageer met wederkerige haat, dan doe ik niets anders dan de kloven van een gebroken gemeenschap vergroten.” [x]
King formuleert zes pijlers voor zijn geweldloosheid: actief verzet, met als doel de tegenstander tot vriendschap en begrip te overtuigen, een aanval op het kwaad dat men probeert te verdrijven en niet de personen die kwaad doen en daaraan gekoppeld een bereidheid om een tegenaanval te aanvaarden. De geweldloze strijder moet dit doen vanuit een positie van liefde, voor de gemeenschap maar ook voor de tegenstander, en vanuit de zekerheid dat de wereld zelf gericht is op rechtvaardigheid omdat God aan de kant staat van de onderdrukte.[x]
Geweldloosheid is dus geen softe houding van mensen die bang zijn om ergens voor de vechten: King omschrijft het als de optie die de sterkste kiest, omdat het standvastigheid en vertrouwen in de goede uitkomst vereist. Daarom kan geweldloos verzet alleen in verbondenheid, en die verbondenheid creëerden King en zijn medestanders door marsen en samenkomsten op publieke plaatsen.
Hoewel King krediet krijgt voor heel wat veranderingen in de Amerikaanse wetgeving, en met de SCLC een enorme emancipatiebeweging op gang zette, is er aan dat laatste nog niet al te veel veranderd: zwarten zijn nog steeds bovengemiddeld arm met 27% van de zwarte gezinnen die in armoede leven tegenover slechts 10% van de blanke burgers; 40% van de miljoenen mensen die in de V.S. in de gevangenis zitten zijn zwarte Amerikanen (terwijl ze slechts 13% van de totale bevolking uitmaken); en zijn over gerepresenteerd in het leger. Hoewel heel wat Amerikaanse opiniemakers dit zien als een bewijs dat zwarten nu eenmaal slechte mensen zijn, zijn al deze zaken met elkaar verbonden: de armoede waarin veel zwarte buurten verdrinken, zorgt er immers voor dat jonge mensen haast verplicht worden om te kiezen tussen (kleine) criminaliteit of een opleiding via het leger. Het aandeel van de zwarte bevolking in voortgezet onderwijs daalt immers nog steeds.
Een mens kan zich afvragen of Kings voortijdige dood de vaart uit de beweging haalde: hoewel er op dat moment andere boegbeelden waren, zoals Joseph Lowery, de openlijk homoseksuele Bayard Rustin en entertainers als Nina Simone, was King iemand die over raciale grenzen heen mensen kon bereiken via zijn unieke interpretatie van de kracht van het evangelie en zijn charismatische speeches.
Maar King is ook voor een heel andere reden een zeer inspirerend figuur. Niet alleen worstelde hij als intelligente, geleerde zwarte man met een samenleving die hem als minderwaardig behandelde en bekeek; hij worstelde ook met zijn eigen demonen: King was zijn leven lang depressief. Na de dood van zijn grootmoeder sprong hij als twaalfjarige uit een raam omdat hij zich schuldig voelde. Dat schuldgevoel was niet zo vreemd: zijn vader was een trotse man die zijn zoon sloeg omdat hij hem minderwaardig achtte. Desondanks slaagde King erin om voor anderen een licht te zijn en hoop te brengen op een betere toekomst, misschien omdat hij – beter dan de meeste mensen – wist hoe waardevol en soms zelfs levensbelangrijk hoop is.
En daarom dus: dromen. De droom die King voorspiegelde is nog niet gerealiseerd, maar zijn woorden spreken de hoop en het geloof en het vertrouwen uit dat op een dag kleine zwarte kindjes en kleine witte kindjes en kleine kindjes van alle kleuren daartussen en daarbuiten met elkaar spelen zonder dat vaders en moeders hen uit elkaar halen. In tussentijd is het aan ons om verder te bouwen aan Kings droom – die uiteindelijk niet meer of minder is dan de droom van de joods-christelijk-islamitische God: eenheid, gelijkheid, vrede en broederlijkheid. Diepmenselijke waarden, uitgesproken door een menselijke man en vereeuwigd in een symbolische, tijdloze zin: I have a dream…
Meer lezen:
Op Lists of Note vind je een getypt document van King waarin hij het plan beschrijft om de bussen te bezetten. De Bus Boycott, gestart door Rosa Parks die niet op de voor zwarten voorgeschreven plaats wilde gaan zitten, was één van de belangrijkste momenten uit de civil rights movement in het midden van de 20e eeuw, en zoals King zelf in zijn lijstje opmerkt was dat niet alleen een overwinning voor zwarte Amerikanen, maar voor de hele gemeenschap. Eén van zijn regels leest: “Be loving enough to absorb evil and understanding enough to turn an enemy into a friend.”
King werd geboren als Martin King Jr., maar na een trip naar Europa veranderde zijn vader hun beider namen en voegde de Luther toe, als eerbetoon aan Maarten Luther, de protestantse hervormer. King was slechts vijf op dat moment, maar misschien zat er toch iets profetisch in die beslissing van King Sr. [x]
Uit de oude doos: een lang, maar waanzinnig interessant interview met King door Playboy (jawel: het is de moeite waard om te lezen voor de artikels) over de rol van blanke en zwarte kerken in de beweging, geweldloosheid en racisme, en de rol die hij zichzelf in de beweging ziet spelen.
10 gedachtes over “39. Why have a dream?”